i
Informatie
warming in de recirculatiemodus en
de recirculatiemodus leiden tot te
WAARSCHUWING
tiemodus wordt gebruikt, kan dit
leiden tot slaperigheid van de inzit-
tenden in de cabine. Dit kan leiden
tot verlies van controle over de
auto, wat kan leiden tot een onge-
val.
met de airconditioning uitgescha-
keld gebruikt, kan de luchtvochtig-
heid in de cabine toenemen.
Dit kan leiden tot condensvorming
op de voorruit en een slecht zicht.
keerd met de ramen dicht en de
verwarming of de airconditioning
aan. Dit kan het kooldioxidegehal-
te in de cabine verhogen, wat kan
leiden tot ernstig letsel of de dood.
Aanjagerschakelaar
-
Draai de knop naar rechts om de venti-
latorsnelheid en de luchtstroom te ver-
hogen. Draai de knop naar links om de
ventilatorsnelheid en de luchtstroom te
verlagen.
Zet de aanjagerknop in stand "0" om de
-
aanjager uit te schakelen.
-
AANWIJZING
-
Airconditioning
-
Druk op de toets A/C om de airconditio-
ning in te schakelen (het controlelamp-
je gaat branden). Druk nogmaals op de
toets om de airconditioning uit te scha-
kelen.
05
OAI3059117
OAC3059105TU
5-57