Het TPMS op deze auto bewaakt en
vergelijkt de rolradius en de rotatie
eigenschappen van elk wiel en elke
band tijdens het rijden. En het contro-
leert of een band een duidelijk te lage
bandenspanning heeft.
U dient het systeem te resetten door de
toets TPMS SET overeenkomstig de
procedure in te drukken en de actuele
bandenspanning op te slaan.
Daarna zal, als een of meerdere ban-
den een te lage spanning hebben, het
controlelampje lage bandenspanning
gaan branden en wordt er een melding
weergegeven op het instrumentenpa-
neel (indien van toepassing).
Verder zal bij een storing in het TPMS
het controlelampje storing TPMS gaan
branden.
In onderstaande gevallen moet u het
TPMS resetten.
banden (of wielen)
banden
spanning brandt
ging of het antiblokkeersysteem
Type A
Type B
1. Parkeer de auto op een stevige en
vlakke ondergrond.
2. Breng de banden op de juiste span-
ning zoals aangegeven op het voer-
tuigplaatje
ningslabel op de middenstijl aan
bestuurderszijde.
-
3. Start de motor en houd de toets
TPMS SET gedurende ongeveer
-
drie seconden ingedrukt om het
TPMS te resetten. De resetprocedu-
re wordt automatisch voltooid.
4. Controleer of het controlelampje
lage bandenspanning uitgaat nadat
het vier seconden heeft geknipperd.
Controleer, als de auto is uitgerust
met een controlepaneel, of de mel-
ding "Tire pressures stored" (ban-
denspanningen opgeslagen) wordt
weergegeven op het instrumenten-
paneel.
5. Rijd na het resetten van het TPMS
ongeveer 20 minuten met de auto
om de nieuwe bandenspanning in
het systeem op te slaan.
OAC3079026TU
OAC3079036TU
of
het
banden-span-
07
7-11