Interieurverlichting vóór
: De voorste of achterste compar-
timentverlichting gaat branden
wanneer de voorste of achterste
portieren worden geopend of de
motor nu loopt of niet. Als de
deuren met Afstandsbediening
of Smart Key worden ontgren-
deld, gaat de kaartlamp gedu-
rende ongeveer 30 seconden
branden; het licht dooft als geen
portier wordt geopend. De voor-
ste en achterste interieurverlich-
ting dimmen na ongeveer 30
seconden als de portieren geslo-
ten zijn. Maar indien het contact-
slot in de AAN-stand staat of
wanneer alle portieren gesloten
zijn, zullen de voorste en achter-
ste lampen uitgeschakeld wor-
den. Wanneer een portier geo-
pend
wordt
contactslot in ACC-stand of
OFF-stand staat, dan blijven de
voorste en achterste lampen
gedurende 20 minuten branden.
:
Met de Voorste Compartimentver-
lichting in deze stand, blijven de
voorste en achterste comparti-
mentverlichting te allen tijde
branden.
:
Met de voorste compartiment-
verlichting in deze stand, blijven
de voorste en achterste compar-
timentverlichting uit te allen tijde.
Verlichting bagageruimte
OAC3059029TU
De bagageruimteverlichting gaat bran-
den zodra de achterklep geopend
wordt.
De verlichting van de bagageruimte
is. Om overbodige verbruik van het
laadsysteem te voorkomen, sluit vei-
lig de achterklep na gebruik van de
achterklep.
Verlichting handschoenenkastje
(indien van toepassing)
wanneer
het
De verlichting in het dashboardkastje
gaat branden als het dashboardkastje
wordt geopend.
De verlichting in het dashboardkastje
werkt alleen als de parkeerlichten of
koplampen in de stand ON staan.
AANWIJZING
05
OAC3059063TU
OAC3059030TU
5-45