Vervangen zekering instrumen-
tenpaneel
1. Zet de auto uit.
2. Zet alle andere schakelaars in stand
OFF.
3. Open het deksel van de zekering-
kast.
4. Raadpleeg het label binnenzijde van
het deksel van de zekeringkast om
de defecte zekering te lokaliseren.
5. Verwijder de verdachte zekering.
Gebruik het demontagegereedschap
dat zich in de zekeringkast in de mo-
torruimte bevindt.
6. Controleer de verwijderde zekering;
vervangen indien deze is doorge-
brand. Er bevinden zich reserveze-
keringen in de zekeringkast in het
dashboard (of in de zekeringkast in
de motorruimte).
7. Plaats een nieuwe zekering met de-
zelfde stroomsterkte en controleer of
de zekering goed vastzit. Bij loszit-
ten, adviseren we u contact op te ne-
men met een officiële HYUNDAI-
dealer.
Als u geen reservezekering hebt, kunt u
de zekering van een ander circuit ge-
bruiken dat niet nodig is om te kunnen
rijden, bijvoorbeeld van de aansteker,
mits de zekering dezelfde stroomsterk-
te heeft.
OAC3089015TU
Controleer de zekeringkast in de motor-
ruimte wanneer de koplampen of ande-
re elektrische componenten niet wer-
ken en de zekeringen in orde zijn.
Vervang een doorgebrande zekering
door een zekering voor dezelfde
stroomsterkte.
Zekeringschakelaar
OAC3089017TU
Altijd, plaats het zekeringschakelaar in
stand ON.
Als u de schakelaar in stand OFF zet,
moeten sommige onderdelen, zoals het
audiosysteem en de digitale klok, wor-
den gereset en werkt de Smart Key mo-
gelijk niet goed.
08
OAC3089016TU
8-41