Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
2.6.8
Kamer en boring meten
U heeft de mogelijkheid om rechthoekige kamers of één of meer boringen te meten en
daarna het werkstuk uit te lijnen.
Rechthoekige kamer meten
De rechthoekige kamer moet in een rechte hoek met het coördinatensysteem worden
uitgelijnd. Door het automatisch meten van 4 punten in de kamer worden de lengte, breedte
en middelpunt van de kamer bepaald.
1 boring meten
Het werkstuk met de boring die moet worden gemeten, is willekeurig op de werktafel
opgespannen. In de boring worden 4 punten automatisch gemeten en daaruit kan de
diameter en het middelpunt van de boring worden bepaald.
2 boringen meten
Het werkstuk met de twee boringen die moeten worden gemeten, is willekeurig op de
werktafel opgespannen. In beide boringen worden telkens 4 punten automatisch gemeten;
daaruit kunnen vervolgens de middelpunten van de boringen worden bepaald. Uit de
verbindingslijn tussen beide middelpunten en de referentieas wordt de hoek α berekend en
wordt het nieuwe nulpunt bepaald dat overeenstemt met het middelpunt van de eerste
boring.
3 boringen meten
Het werkstuk met de drie boringen die moeten worden gemeten, is willekeurig op de
werktafel opgespannen. In de drie boringen worden telkens 4 punten automatisch gemeten;
daaruit kunnen vervolgens de middelpunten van de boringen worden bepaald. Door de drie
middelpunten wordt een cirkel getrokken. Van die cirkel wordt het middelpunt en de diameter
berekend. Dit middelpunt is het nieuwe te bepalen werkstuknulpunt. Bij de selectie van een
hoekcorrectie kan ook de basisdraaiing α worden bepaald.
4 boringen meten
Het werkstuk met de vier boringen die moeten worden gemeten, is willekeurig op de
werktafel opgespannen. In de vier boringen worden telkens 4 punten automatisch gemeten;
daaruit kunnen vervolgens de middelpunten van de boringen worden bepaald. Er worden
telkens twee boringsmiddelpunten diagonaal verbonden. Van de resulterende lijnen wordt
het snijpunt bepaald. Dit snijpunt is het nieuwe te bepalen werkstuknulpunt. Bij de selectie
van een hoekcorrectie kan ook de basisdraaiing α worden bepaald.
Opmerking
"Alleen meten" bij automatisch meten
Wanneer als correctiedoel "Alleen meten" wordt geselecteerd, dan wordt de softkey
"Berekenen" weergegeven in plaats van de softkey "NPV instellen".
Een uitzondering zijn de meetvarianten "Rechthoekige kamer" en "Eerste boring". Bij de
éénpuntsmetingen wordt bij "Alleen meten" noch de softkey "NPV instellen", noch de softkey
"Berekenen" weergegeven.
96
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Frezen