Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
Selectie nulpuntverschuiving als basis voor de meting
Om de meetopdrachten flexibel te kunnen aanpassen, kan een nulpuntverschuiving als
basis voor het meten actueel worden geselecteerd.
Wanneer de selectie van de nulpuntverschuiving als basis voor de meting niet is
geactiveerd, dan heeft de meting betrekking op de nulpuntverschuiving die op dat moment
actief is.
Meetvolgorde
Om de gewenste meetresultaten te bereiken, moet normaal gezien rekening worden
gehouden met de volgorde van de meetpunten die in de hulpschermen wordt weergegeven.
Meetpunten kunnen worden herroepen en vervolgens opnieuw worden gemeten. Dit gebeurt
door het indrukken van de telkens actief weergegeven softkeys (meetwaarde).
Alleen meten
Wanneer u het werkstuknulpunt alleen wilt meten, worden de gemeten waarden berekend
en weergegeven zonder dat het coördinatensysteem wordt gewijzigd.
Nulpuntverschuiving
Normaal gezien slaat u het gemeten werkstuknulpunt op in een nulpuntverschuiving. De HMI
maakt het mogelijk om draaiingen en verschuivingen te meten.
Nulpunt
De meetwaarden voor de verschuivingen worden in de ruwe verschuiving opgeslagen en de
bijbehorende fijne verschuivingen worden gewist. Wanneer het nulpunt in een niet-actieve
nulpuntverschuiving wordt opgeslagen, dan wordt een activeringsvenster getoond waarmee
u deze nulpuntverschuiving onmiddellijk kunt activeren.
Uitlijnen
Het uitlijnen kan gebeuren door een draaiing van het coördinatensysteem of door een
draaiing van het werkstuk m.b.v. een rondas. Wanneer uw machine over twee rondassen
beschikt en de functie "Zwenken" is ingesteld, dan kunt u ook een schuin vlak uitlijnen.
82
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Frezen