Bij systemen met één kanaal wordt door de cyclus geen uitbreiding van de naam voor het te
genereren programma voorzien.
Opmerking
G-codeprogramma
Bij G-codeprogramma's worden de te genereren programma's waarbij het pad niet is
opgegeven, opgeslagen in de directory waarin zich het hoofdprogramma bevindt. Houd er
rekening mee dat programma's die in de directory aanwezig zijn en die dezelfde naam
hebben als het te genereren programma, daarbij worden overschreven.
Bewerkingswijze
De bewerkingswijze (voorbewerken of nabewerken) kunt u vrij kiezen. Bij het voorbewerken
van de contour worden parallelle sneden met maximaal geprogrammeerde aanzetdiepte
gemaakt. Er wordt voorbewerkt tot op de geprogrammeerde nabewerkingstoegift.
Bij het nabewerken kunt u ook een correctietoegift U1 invoeren, zodat u meervoudig kunt
nabewerken (positieve correctietoegift) of de contour kunt verkleinen (negatieve toegift). Het
nabewerken gebeurt in dezelfde richting als het voorbewerken.
Procedure
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
1.
Het deelprogramma dat moet worden bewerkt, is gegenereerd en u
bevindt zich in de editor.
2.
Druk de softkeys "Draaien" en "Contourdraaien" in.
3.
Druk op de softkey "Verspanen".
Het invoervenster "Verspanen" wordt geopend.
Technologische functies programmeren (cycli)
8.5 Contourdraaien - alleen bij G-code programma's
435