Zie ook
Correcties na het meten van het nulpunt (Pagina 111)
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
2.
Druk op de softkeys "Nulp. werkst." en "Vlak uitlijnen".
Het venster "Vlak uitlijnen" wordt geopend.
3.
Selecteer "Alleen meten" wanneer u de gemeten waarden alleen wilt
weergeven.
- OF -
Selecteer de gewenste nulpuntverschuiving waarin het nulpunt moet
worden opgeslagen (bijv. basisreferentie).
- OF -
Druk op de softkey "NPV selecteren" en kies in het venster
"Nulpuntverschuiving - G54 ... G599" de nulpuntverschuiving waarin het
nulpunt moet worden opgeslagen. Druk op de softkey "In manueel".
U keert terug naar het desbetreffende meetvenster.
U keert terug naar het venster "Vlak uitlijnen".
De selectie nulpuntverschuivingen kan verschillend zijn.
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
4.
Verplaats het gereedschap naar het eerste meetpunt dat u wilt bepalen.
5.
Druk op de softkey "P1 opslaan".
6.
Verplaats vervolgens het gereedschap naar het tweede en derde
meetpunt en druk op de softkeys "P2 opslaan" en "P3 opslaan".
7.
Druk op de softkey "NPV instellen" of "Berekenen".
De hoeken α en β worden berekend en weergegeven.
Bij "NPV instellen" wordt de hoekverschuiving in de nulpuntverschuiving
opgeslagen.
Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
109