Willekeurige hoek meten
De te meten werkstukhoek heeft een willekeurige binnenhoek (niet rechthoekig) en is
willekeurig op de werktafel opgespannen. Door het meten van 4 punten bepaalt u het
hoekpunt (snijpunt van de hoekzijden) in het werkvlak en de hoek α tussen de
werkstukreferentiekant (lijn door P1 en P2) en de referentieas in het werkvlak (eerste
geometrieas van het werkvlak) en de binnenhoek β van de hoek.
Opmerking
Het coördinatensysteem dat in de hulpschermen wordt weergegeven, heeft steeds
betrekking op het werkstukcoördinatensysteem dat op dat moment is ingesteld.
Houd daar steeds rekening mee wanneer u heeft gezwenkt of het WCS op een andere
manier heeft gewijzigd.
Voorwaarde
Een gereedschap naar keuze is voor het krassen in de spil gemonteerd wanneer u het
werkstuknulpunt manueel wilt meten.
- OF -
Een elektronische werkstukmeettaster is in de spil gemonteerd en geactiveerd wanneer u
het werkstuknulpunt automatisch meet.
Procedure
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Machine" en druk op de toets <JOG>.
2.
Druk op de softkeys "Nulp. Werkst".
3.
Druk op de softkey "Rechte hoek" wanneer het werkstuk een rechte
hoek heeft.
- OF -
Druk op de softkey "Willekeurige hoek" wanneer u een hoek wilt meten
die niet gelijk is aan 90°.
- OF -
Wanneer deze softkeys niet beschikbaar zijn, drukt u op een verticale
softkey naar keuze (met uitzondering van "Kant instellen") en kiest u uit
de selectielijst de gewenste meetvariante.
Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
93