Technologische functies programmeren (cycli)
8.1 Boren
8.1.3
Boren (CYCLE82)
8.1.3.1
Functie
Functie
Met de cyclus "Boren" boort het gereedschap met geprogrammeerd spiltoerental en
voedingssnelheid tot de ingevoerde eindboordiepte (schacht of punt).
Het terugtrekken van het gereedschap gebeurt na afloop van een programmeerbare
verblijftijd.
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap nadert met G0 op veiligheidsafstand van het referentiepunt.
2. Het gereedschap duikt met G1 en met de geprogrammeerde voeding F in het werkstuk
3. Na afloop van de verblijftijd DT wordt het gereedschap met ijlgang G0 naar het
Procedure
Parameters G-codeprogramma
PL
Bewerkingsvlak
RP
Terugtrekvlak
SC
Veiligheidsafstand
292
in, tot de geprogrammeerde einddiepte Z1 is bereikt.
terugtrekvlak verplaatst.
1.
Het deelprogramma of ShopMill-programma dat moet worden bewerkt,
is gegenereerd en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Boren".
3.
Druk op de softkey "Boren ruimen".
4.
Druk op de softkey "Boren".
Het invoervenster "Boren" wordt geopend.
mm
mm
Parameters ShopMill-programma
T
Gereedschapsnaam
D
Snijkantnummer
F
Voeding
S / V
Spiltoerental of constante
snijsnelheid
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
mm/min
mm/omw
Omw/min
m/min
Frezen