Programma's beheren
14.17 Meervoudige opspanning
● Contouren moeten een eenduidige naam hebben, d.w.z. dezelfde contournaam mag niet
● In de ruimcyclus (Contour frezen) mag de parameter "Startpunt" niet worden ingesteld op
● Geen zelfinstellende instellingen, d.w.z. instellingen die gelden voor alle navolgende
● Max. 3500 werkstappen per opspanning
● Max. 49 opspanningen
14.17.2
Programma voor meervoudige opspanning aanmaken
Bij het toewijzen van ShopMill-programma's aan een programma voor meervoudige
opspanning kunt u programma's uit NC-directory's alsmede van externe opslagmedia
(bijvoorbeeld USB-flashdrive) gebruiken.
Procedure
622
in meerdere programma's worden opgeroepen
"manueel".
programmablokken (alleen bij meervoudige opspanning voor verschillende programma's).
Opmerking
Markeringen resp. herhalingen die niet mogen worden gebruikt in programma's voor
meervoudige opspanning kunnen worden omzeild door het gebruik van subprogramma's.
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Programma-manager".
2.
Druk de softkeys ">>" en "Meervoudige opspanning" in.
Het venster "Meervoudige opspanning" wordt geopend.
3.
Voer het aantal opspanningen en het nummer van de eerste
nulpuntverschuiving in die u wilt gebruiken.
De opspanningen worden in oplopende volgorde vanaf de start-
nulpuntverschuiving bewerkt.
4.
Voer de naam van het nieuwe totaalprogramma in (bijvoorbeeld XYZ)
en druk op de softkey "OK".
Er verschijnt een lijst waarin de verschillende programma's aan de
nulpuntverschuivingen moeten worden toegewezen. U hoeft niet aan
alle nulpuntverschuivingen, d.w.z. de ShopMill-programma's iets toe te
wijzen, maar aan minimaal twee.
5.
Voer de naam van het gewenste ShopMill-programma met de volledige
padaanduiding rechtstreeks in de lijst in. Het bestandsformaat (*.mpf)
wordt automatisch aangevuld.
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Frezen