Technologische functies programmeren (cycli)
8.5 Contourdraaien - alleen bij G-code programma's
8.5.6
Contouroproep (CYCLE62)
Functie
Door deze invoer wordt een verwijzing naar de geselecteerde contour ingesteld.
Er staan vier selectiemogelijkheden voor de contouroproep ter beschikking:
1. Contournaam
2. Labels
3. Subprogramma
4. Labels in subprogramma
Procedure
Parameters
Contourselectie
Contournaam
Labels
432
De contour bevindt zich in het op te roepen hoofdprogramma.
De contour bevindt zich in het op te roepen hoofdprogramma en wordt door de
ingevoerde labels begrensd.
De contour staat in een subprogramma in hetzelfde werkstuk.
De contour bevindt zich in een subprogramma en wordt door de ingevoerde labels
begrensd.
1.
Het deelprogramma dat moet worden bewerkt, is gegenereerd en u
bevindt zich in de editor.
2.
Druk de softkeys "Draaien" en "Contourdraaien" in.
3.
Druk de softkeys "Contour" en "Contouroproep" in.
Het invoervenster "Contouroproep" wordt geopend.
4.
Voer de parameters van de contourselectie in.
Beschrijving
Contournaam
•
Labels
•
Subprogramma
•
Labels in subprogramma
•
CON: Contournaam
LAB1: Label 1
•
LAB2: Label 2
•
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Eenheid
Frezen