Technologische functies programmeren (cycli)
8.3 Contourfrezen
8.3
Contourfrezen
8.3.1
Algemeen
Functie
Met de cycli "Contourfrezen" kunt u eenvoudige of complexe contouren frezen. U kunt open
contouren of gesloten contouren (kamers, eilanden, tappen) definiëren.
Een contour bestaat uit verschillende contourelementen, waarbij minimaal twee en maximaal
250 elementen resulteren in een gedefinieerde contour. Als contourovergangselementen
heeft u de beschikking over radii, afschuiningen en tangentiële overgangen.
De geïntegreerde contourberekening berekent de snijpunten van afzonderlijke
contourelementen, rekening houdend met de geometrische samenhang, en maakt het op die
manier mogelijk om elementen met onvoldoende afmetingen in te voeren.
Bij het contourfrezen moet u steeds eerst de geometrie van de contour programmeren en
vervolgens de technologie.
8.3.2
Weergave van de contour
G-codeprogramma
In de editor wordt de contour in een programmasegment met afzonderlijke
programmablokken weergegeven. Wanneer u een afzonderlijk blok opent, wordt ook de
contour geopend.
ShopMill-programma
De cyclus geeft de contour in het programma als een programmablok weer. Wanneer u dit
blok opent, dan worden de afzonderlijke contourelementen symbolen in een lijst
weergegeven en als lijngrafiek getoond.
Symbolische weergave
De afzonderlijke contourelementen worden in de opgegeven volgorde symbolisch
weergegeven naast het grafische venster.
Contourelement
Startpunt
Rechte naar boven
Rechte naar beneden
366
Symbool
Betekenis
Startpunt van de contour
Rechte in 90°-rooster
Rechte in 90°-rooster
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Frezen