Machine instellen
2.5 Gereedschap meten
Opmerking
De positie van het werkstuk moet u tijdens de meting opgeven.
De positie van het vast punt moet u daarentegen al vóór de meting hebben opgegeven.
Zie ook
Vast punt afijken (Pagina 74)
2.5.2
Gereedschapslengte met referentiepunt werkstuk meten
Procedure
Opmerking
Meten van het gereedschap is alleen mogelijk met actief gereedschap.
72
1.
Vervang het te meten gereedschap in de spil.
2.
Selecteer in bedieningsbereik "Machine" de bedrijfsmodus "JOG".
3.
Druk op de softkeys "Ger. meten" en "Lengte manueel".
Het venster "Lengte manueel" wordt geopend.
4.
Selecteer het snijkantnummer D en het nummer van het
zustergereedschap ST van het gereedschap.
5.
Verplaats in Z-richting tot tegen het werkstuk, kras het aan met
draaiende spil en voer de doelpositie Z0 van de werkstukzijde in.
6.
Druk op de softkey "Lengte instellen".
De gereedschapslengte wordt automatisch berekend en in de
gereedschapslijst ingevoerd.
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Frezen