Afkorting /
Programmabeïnvloeding
SB
SKP
Programmabeïnvloedingen activeren
Door het activeren en deactiveren van het overeenkomstige aankruisvakje beïnvloedt u het
uitvoeren van de programma's op de gewenste manier.
Weergave / terugmelding van de actieve programmabeïnvloeding
Wanneer de programmabeïnvloeding is geactiveerd, dan wordt als terugmelding de afkorting
van de desbetreffende functie in de statusbalk weergegeven.
Procedure
Zie ook
Instelling voor automatische modus (Pagina 195)
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Werkwijze
Afzonderlijke blokken worden als volgt geconfigureerd.
Per blok ruw: Het programma stopt alleen na blokken waarin een machinefunctie wordt
uitgevoerd.
Rekenblok: Het programma stopt na elk blok.
Per blok fijn: Het programma stopt ook in cycli alleen na blokken waarin een machinefunctie
wordt uitgevoerd.
De gewenste instelling kunt u selecteren m.b.v. de toets <SELECT>.
Deze blokken worden bij de bewerking overgeslagen.
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Machine".
2.
Druk op de toets <AUTO> of <MDA>.
3.
Druk op de softkey "Progr. beïnvl".
Het venster "Programmabeïnvloeding" wordt geopend.
Werkstuk bewerken
4.8 Programma-afloop beïnvloeden
167