Technologische functies programmeren (cycli)
8.2 Frezen
Parameters
Beschrijving
Z1
Tapdiepte (abs) of diepte m.b.t. Z0 (incr.) - (alleen bij ∇ en ∇∇∇)
DZ
maximale diepte-aanzet - (alleen bij ∇ en ∇∇∇)
UXY
Nabewerkingstoegift vlak op de lengte (L) van de cirkeltap en breedte (W) van de
cirkeltap.
Een kleinere afmeting van de cirkeltap wordt bereikt wanneer de cyclus opnieuw wordt
opgeroepen en met verkleinde nabewerkingstoegift wordt geprogrammeerd. - (alleen
bij ∇ en ∇∇∇)
UZ
Diepte nabewerkingstoegift (gereedschapsas) - (alleen bij ∇ en ∇∇∇)
∅1
Diameter van de basismateriaal tap (belangrijk voor het bepalen van de
aanlooppositie) - (alleen bij ∇ en ∇∇∇)
FS
Afschuiningsbreedte voor het afschuinen - (alleen bij afschuinen)
ZFS
Induikdiepte gereedschapspunt (abs of incr.) - (alleen bij afschuinen)
* Eenheid van voeding zoals geprogrammeerd voor cyclusoproep
8.2.6
Meerkant (CYCLE79)
8.2.6.1
Functie
Functie
Met de cyclus "Meerkant" kunt u een meerkant met willekeurig aantal kanten frezen.
Hierbij staan volgende vormen met of zonder hoekradius of afschuining ter beschikking:
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak naar het startpunt
2. Het gereedschap wordt in kwadrant met bewerkingsvoeding naar de meerkant verplaatst.
3. Wanneer het eerste vlak is bewerkt, verlaat het gereedschap de contour in kwadrant en
338
verplaatst en wordt op de veiligheidsafstand aangezet.
Eerst wordt aangezet op bewerkingsdiepte, daarna volgt de beweging in het vlak. De
meerkant wordt afhankelijk van de geprogrammeerde draairichting van de bewerking
(meelopend/tegenlopend) met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok
in bewerkt.
het wordt aangezet op de volgende bewerkingsdiepte.
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Eenheid
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
Frezen