Technologische functies programmeren (cycli)
8.2 Frezen
8.2.5
Cirkeltap (CYCLE77)
8.2.5.1
Functie
Functie
Met de cyclus "Cirkeltap" kunt u verschillende cirkeltappen frezen.
Naast de gewenste cirkeltap moet u ook nog een basismateriaaltap definiëren. In de
basismateriaaltap wordt de zone vastgelegd waarbuiten geen materiaal staat, d.w.z. daar
wordt met ijlgang verplaatst. De basismateriaaltap mag andere basismateriaaltappen die in
de buurt liggen niet overlappen. Bij de cyclus wordt deze automatisch midden rond de
afgewerkte tap gelegd.
De cirkeltap wordt met één enkele aanzet bewerkt. Wanneer u de bewerking met
verschillende aanzetten wilt uitvoeren, moet u de functie "Cirkeltap" verschillende malen met
een steeds kleiner wordende nabewerkingstoegift programmeren.
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak naar het startpunt
2. Het gereedschap loopt de tapcontour zijdelings in een halve cirkel met
3. Wanneer het gereedschap eenmaal rond de cirkeltap is geweest, verlaat het de contour
4. De cirkeltap wordt opnieuw in een halve cirkel aangelopen en het gereedschap loopt
5. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Bewerkingswijze
Bij het frezen van de cirkeltap kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen:
● Voorbewerken
● Nabewerken
● Afschuinen
336
verplaatst en wordt op de veiligheidsafstand aangezet. Het startpunt ligt steeds op de
positieve X-as.
bewerkingsvoeding aan. Eerst wordt aangezet op bewerkingsdiepte, daarna volgt de
beweging in het vlak. De cirkeltap wordt afhankelijk van de geprogrammeerde
draairichting van de bewerking (meelopend/tegenlopend) met de wijzers van de klok mee
of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.
in een halve cirkel en het wordt aangezet op de volgende bewerkingsdiepte.
weer één keer rond de tap. Deze procedure wordt zolang herhaald tot de
geprogrammeerde tapdiepte is bereikt.
Bij het voorbewerken wordt het gereedschap rond de cirkeltap verplaatst tot de
geprogrammeerde nabewerkingstoegift is bereikt.
Wanneer u een nabewerkingstoegift heeft geprogrammeerd, wordt het gereedschap rond
de cirkeltap verplaatst tot diepte Z1 is bereikt.
Bij het afschuinen wordt de kant aan de bovenste rand van de cirkeltap afgeschuind.
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Frezen