Technologische functies programmeren (cycli)
8.3 Contourfrezen
Parameters
Beschrijving
Naderen
Modus voor naderen in vlak
Rechte:
•
schuine in de ruimte
Kwadrant:
•
Gedeelte van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour)
Halve cirkel:
•
Gedeelte van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour)
Loodrecht:
•
Loodrecht op de baan (alleen bij baanfrezen op middelpuntbaan)
Strategie voor het
per as
•
naderen
Ruimtelijk (alleen bij naderen "Kwadrant, halve cirkel of rechte")
•
R1
Radius bij naderen - (alleen bij naderen "Kwadrant of halve cirkel")
L1
Lengte bij naderen - (alleen bij naderen "Rechte")
Verwijderen
Modus voor verwijderen in vlak
Rechte
•
Kwadrant:
•
Gedeelte van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour)
Halve cirkel:
•
Gedeelte van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour)
Strategie voor het
per as
•
verwijderen
Ruimtelijk (niet bij modus Loodrecht)
•
R2
Radius bij verwijderen - (alleen bij verwijderen "Kwadrant of halve cirkel")
L2
Lengte bij verwijderen - (alleen bij verwijderen "Rechte")
Optilmodus
Wanneer verschillende diepte-aanzetten vereist zijn, moet u de terugtrekhoogte
opgeven waarop het gereedschap tussen de verschillende aanzetten (bij de overgang
van het einde van de contour naar het begin) moet terugtrekken.
Optilmodus voor nieuwe aanzet
Z0 + veiligheidsafstand
•
lengte van de veiligheidsafstand
•
naar RP
•
niet terugtrekken
•
380
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Eenheid
mm
mm
mm
mm
Frezen