Parameters
Beschrijving
Extra
Voor elk contourelement kunt u extra commando's in de vorm van G-code invoeren.
commando's
Extra commando's (max. 40 tekens) moet u in het uitgebreide parametervenster
(softkey "Alle parameters") invoeren. Bij Startpunt is de softkey steeds aanwezig, alleen
bij de invoer van verdere contourelementen moet de softkey worden ingedrukt.
Via extra G-codecommando's kunt u bijvoorbeeld voeding en M-commando's
programmeren. U moet er echter voor zorgen dat de extra commando's niet met de
gegenereerde G-code van de contour in conflict komen en dat ze geschikt zijn voor de
gewenste bewerking. Gebruik daarom geen G-codecommando's van de groep 1 (G0,
G1, G2, G3), geen coördinaten in het vlak en geen G-codecommando's waarvoor een
eigen blok vereist is.
Bij het nabewerken van de contour wordt met baanbesturingsmodus (G64) verplaatst.
Dit betekent dat contourovergangen zoals hoeken, afschuiningen of radii eventueel niet
nauwkeurig worden bewerkt.
Wanneer u dat wilt voorkomen, heeft u de mogelijkheid om bij de programmering extra
commando's te gebruiken.
Voorbeeld: Programmeer voor een contour eerst de rechte X-evenwijdig en voer voor
de parameter extra commando "G9" (precieze stop per blok) in. Programmeer
vervolgens de rechte Z-evenwijdig. De hoek wordt nauwkeurig bewerkt omdat de
voeding aan het einde van de rechte X-evenwijdig gedurende korte tijd nul is.
Aanwijzing:
De extra commando's zijn alleen actief bij het nabewerken!
8.5.4
Contourelementen maken
Contourelementen maken
Nadat u een nieuwe contour heeft gegenereerd en het startpunt heeft bepaald, kunt u de
afzonderlijke contourelementen definiëren waaruit de contour is samengesteld.
Voor het bepalen van de contour staan de volgende contourelementen ter beschikking:
● Rechte verticaal
● Rechte horizonzaal
● Rechte diagonaal
● Cirkel/boog
Voor elk contourelement vult u een eigen parametervenster in. Bij het invoeren van de
parameters krijgt u ondersteuning van verschillende hulpschermen waarop meer uitleg over
deze parameters wordt gegeven.
Wanneer u voor bepaalde velden geen waarden invoert, dan gaat de cyclus ervan uit dat
deze waarden onbekend zijn. De cyclus zal dan proberen om deze waarde uit andere
parameters te berekenen.
Bij contouren waar u meer parameters heeft ingevoerd dan strikt noodzakelijk kan het tot
tegenstrijdigheden komen. Probeer in dat geval minder parameters in te voeren en zoveel
mogelijk parameters door de cyclus te laten berekenen.
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Technologische functies programmeren (cycli)
8.5 Contourdraaien - alleen bij G-code programma's
Eenheid
425