8.7.15
Hindernis
Functie
Wanneer zich tussen 2 positiepatronen een hindernis bevindt, kan het gereedschap over de
hindernis worden verplaatst. De hoogte van de hindernis kan absoluut of incrementeel
worden geprogrammeerd.
Wanneer de bewerking van het eerste positiepatroon is afgesloten, wordt de
gereedschapsas met ijlgang naar de geprogrammeerde hindernishoogte +
veiligheidsafstand verplaatst. Op die hoogte wordt het gereedschap in ijlgang naar de
nieuwe positie verplaatst. Vervolgens wordt de gereedschapsas met ijlgang naar Z0 van het
positiepatroon + veiligheidsafstand.
Procedure
Opmerking
Er wordt nu tussen twee positiepatronen rekening gehouden met de hindernis. Wanneer het
gereedschapswisselpunt en het geprogrammeerde terugtrekvlak onder de hindernis liggen,
dan wordt het gereedschap teruggetrokken op de hoogte van het terugtrekvlak en wordt dan
zonder rekening te houden met de hindernis verplaatst naar de nieuwe positie. De hindernis
mag niet hoger zijn dan het terugtrekvlak.
Parameters
Beschrijving
Z0
Hindernishoogte (abs of incr.)
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
1.
Het ShopMill-programma dat moet worden bewerkt, is gegenereerd en
u bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Boren".
3.
Druk de softkeys "Posities" en "Hindernis" in.
Het invoervenster "Hindernis" wordt geopend.
Technologische functies programmeren (cycli)
8.7 Andere cycli en functies ShopMill
Eenheid
487