2.6.12
Correcties na het meten van het nulpunt
Wanneer u het gemeten werkstuknulpunt opslaat in een nulpuntverschuiving, kunnen in de
volgende gevallen wijzigingen van het coördinatensysteem of van de asposities noodzakelijk
worden:
● De correctie van de nulpuntverschuiving veroorzaakt een draaiing van het
● Voor een correctie van de nulpuntverschuiving is het positioneren van de rondas vereist,
Activeringsvensters helpen u bij het aanpassen van het coördinatensysteem of van de
asposities.
Procedure
Nulpuntverschuiving activeren
Gereedschap uitlijnen en naar een veilige positie verplaatsen (bij Vlak uitlijnen)
Frezen
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Druk op de softkey "Terug".
De geselecteerde softkey wordt gebruikt voor de nieuwe meetvariant,
hier "Vlak uitlijnen".
werkstukcoördinatensysteem met als gevolg dat het gereedschap loodrecht op het vlak
kan worden uitgelijnd.
om het werkstuk parallel aan het coördinatensysteem uit te lijnen.
U heeft het werkstuknulpunt opgeslagen in een nulpuntverschuiving die
bij het meten niet actief was.
1.
Na het indrukken van de softkey "NPV instellen" wordt het
activeringsvenster met de vraag "De nulpuntverschuiving Gxxx nu
activeren?" geopend.
2.
Druk op de softkey "OK" om de gecorrigeerde nulpuntverschuiving te
activeren.
Door het draaien van het werkstukcoördinatensysteem moet het
werkstuk opnieuw t.o.v. het vlak worden uitgelijnd.
Het activeringsvenster met de vraag "De meettaster loodrecht op het
vlak plaatsen?" verschijnt.
1.
Selecteer "ja" wanneer u in het vlak wilt zwenken.
De vraag "Positioneren door zwenken! Naar een veilige positie
verplaatsen?" wordt getoond.
2.
Selecteer de gewenste variant voor het verplaatsen naar een veilige
positie.
Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
111