Technologische functies programmeren (cycli)
8.4 Draaien - alleen bij G-code programma's
Wanneer het gereedschap bij het einde van de snede niet aan de contour wordt
nagetrokken, wordt het met ijlgang opgetild over de lengte van de veiligheidsafstand of over
een afstand die in een machinegegeven is opgeslagen. De cyclus houdt steeds rekening
met de kleinste waarde, omdat anders bijvoorbeeld bij het verspanen aan binnencontouren
contourbeschadigingen kunnen optreden.
● Nabewerken
Procedure
396
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Het nabewerken gebeurt in dezelfde richting als het voorbewerken. De cyclus schakelt de
gereedschapsradiuscorrectie bij het nabewerken automatisch in en opnieuw uit.
1.
Het deelprogramma dat moet worden bewerkt, is gegenereerd en u
bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Draaien".
3.
Druk op de softkey "Verspanen".
Het invoervenster "Verspanen" wordt geopend.
4.
Selecteer via de softkey één van de drie verspaancycli:
Eenvoudige verspaancyclus rechte.
Het invoervenster "Verspanen 1" wordt geopend.
- OF
Verspaancyclus rechte met radii of afschuiningen.
Het invoervenster "Verspanen 2" wordt geopend.
- OF
Verspaancyclus met schuine lijnen, radii of afschuiningen.
Het invoervenster "Verspanen 3" wordt geopend.
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Frezen