Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
94
4.
Selecteer "Alleen meten" wanneer u de gemeten waarden alleen wilt
weergeven.
- OF -
5.
Kies in het selectieveld de gewenste nulpuntverschuiving waarin het
nulpunt moet worden opgeslagen.
- OF -
Druk op de softkey "NPV selecteren" om een instelbare
nulpuntverschuiving te selecteren.
In het venster "Nulpuntverschuiving - G54 ... G599" selecteert u een
nulpuntverschuiving waarin het nulpunt moet worden opgeslagen. Druk
daarna op de softkey "In manueel".
U keert terug naar het meetvenster.
6.
Selecteer de hoek (binnenhoek of buitenhoek) die u wilt meten en de
positie van die hoek (positie 1 ... positie 4).
In het hulpscherm wordt de positie van de meetpunten weergegeven.
7.
Voer de doelpositie van de werkstukhoek (Z0, X0) in die u wilt meten.
8.
Verplaats het gereedschap (volgens het hulpscherm) naar het eerste
meetpunt P1 wanneer u manueel meet.
9.
Druk op de softkey "P1 opslaan".
De coördinaten van het eerste meetpunt worden gemeten en
opgeslagen.
10.
Positioneer de spil met het gereedschap telkens opnieuw, verplaats het
gereedschap naar de meetpunten P2 en P3 en druk op de softkeys "P2
opslaan" en "P3 opslaan".
11.
Herhaal de procedure om het vierde meetpunt te meten en op te slaan
wanneer u een willekeurige hoek meet.
12.
Druk op de softkey "Berekenen".
Het hoekpunt en de hoek α worden berekend en weergegeven.
- OF -
13.
Druk op de softkey "NPV instellen".
Het hoekpunt komt nu overeen met de doelpositie. De berekende
verschuiving wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Bedieningshandboek, 02/2012, 6FC5398-7CP40-3JA0
Frezen