– Als u de stoel lager wilt zetten, druk de hendel
of maak pompbewegingen met de hendel.
Hoek van de rugleuning instellen
– Ontlast de leuning (niet tegen de leuning leunen) en draai de knop
⇒ bladzijde 80, afb. 77
stellen.
Lendensteun instellen
A
– Draai de hendel
totdat u de optimale welving van de stoelbekle-
4
ding ter hoogte van de lendenen hebt ingesteld.
De bestuurdersstoel moet zo worden afgesteld dat de pedalen met licht gebogen
knieën geheel kunnen worden ingedrukt.
De leuning van de bestuurdersstoel moet zo worden ingesteld dat het bovenste
punt van het stuurwiel met licht gebogen armen kan worden bereikt.
ATTENTIE!
•
Stel de bestuurdersstoel alleen bij stilstaande auto in - kans op onge-
vallen!
•
Ga voorzichtig te werk bij het instellen van de stoelen! Door ondoor-
dachte instellingen kan letsel door knellen ontstaan.
•
Tijdens het rijden mag de leuning niet te schuin naar achteren staan,
omdat anders de werking van de veiligheidsgordels en de airbags in nega-
tieve zin worden beïnvloed - kans op letsel!
Bediening
Veiligheid
A
dan naar beneden
2
om de juiste hoek van de rugleuning in te
Aanwijzingen voor het
rijden
Elektrische voorstoelen instellen*
Stoelen instellen
A
3
Neem voor het instellen de juiste zitpositie in ⇒ bladzijde 80.
Stoel in lengterichting instellen
A
– Druk de schakelaar
⇒ afb.
79.
Stoelhoogte instellen
A
– Druk de schakelaar
Raadgevingen voor het
gebruik
Zitten en opbergen
Afb. 78 Zijaanzicht: Bedie-
ningselementen voor het
instellen van de stoel
Afb. 79 Zijaanzicht: Stoelin-
stelschakelaar
⇒ afb. 78
naar voren of achteren
B
⇒ afb. 78
naar boven of beneden.
B
Raad en daad
Technische gegevens
81
A
1