Download Print deze pagina

Skoda Superb 2009 Instructieboekje pagina 191

Advertenties

ATTENTIE! Vervolg
Bij bepaalde, buiten heersende, klimatologische voorwaarden kunnen
in de auto levensgevaarlijke temperaturen ontstaan
Sta uw kind nooit toe dat hij niet vastzittend in een auto wordt meege-
nomen.
Kinderen mogen tijdens het rijden ook nooit in de auto staan of op hun
knieën zitten. Bij een aanrijding wordt het kind dan door de auto geslingerd
en kan zichzelf en andere inzittenden daardoor levensgevaarlijk
verwonden.
Als kinderen tijdens het rijden naar voren leunen of een verkeerde
zithouding innemen, staan ze bij een aanrijding bloot aan een hogere kans
op letsel. Dat geldt vooral voor kinderen die op de voorpassagiersstoel
worden vervoerd als het airbagsysteem bij een aanrijding wordt geacti-
veerd. Dit kan levensgevaarlijk of zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Het verloop van de gordelband is voor de maximale beschermende
werking van de veiligheidsgordel van grote betekenis ⇒ bladzijde 172, 'Hoe
worden veiligheidsgordel goed gedragen?'. Neem beslist de aanwijzingen
van de fabrikant van het kinderzitje met betrekking tot het correcte verloop
van de gordelband in acht. Een verkeerd gedragen veiligheidsgordel kan
zelfs bij een lichte aanrijding tot letsel leiden.
Er moet worden gecontroleerd of de veiligheidsgordels correct over het
lichaam lopen. Bovendien moet erop worden gelet, dat de gordelband niet
door eventuele scherpe randen kan worden beschadigd.
Bij het gebruik van een kinderzitje op de stoel van de voorpassagier
waarbij het kind met de rug in de rijrichting zit (in meerdere landen bij
gebruik van een kinderzitje waarbij het kind in de rijrichting zit) moet beslist
de airbag voor de voorpassagier worden uitgeschakeld ⇒ bladzijde 186. Als
dit wordt nagelaten, het kind door de geactiveerde voorairbag voor de voor-
passagier zwaar tot dodelijk letsel oplopen. In enkele landen verlangen de
nationale wettelijke voorschriften ook het uitschakelen van de zij- en
hoofdairbags. Neem bij het vervoer van een kind op de voorpassagiersstoel
de betreffende nationale voorschriften met betrekking tot het gebruik van
kinderzitjes in acht.
Bediening
Veiligheid
Gebruik van kinderzitjes op de voorpassagiersstoel
Kinderzitjes moeten altijd op de achterbankzitting worden beves-
tigd.
Wij adviseren om veiligheidsredenen, veiligheidssystemen voor kinderen zo veel
mogelijk op de achterbankzittingen te monteren. Als echter toch een kinderzitje op
de voorpassagiersstoel moet worden gebruikt, moet u, overeenkomstig het inge-
bouwde airbagsysteem, op de volgende waarschuwingsaanwijzingen letten.
Aanwijzingen voor het
Raadgevingen voor het
rijden
gebruik
ATTENTIE!
Attentie - groot gevaar! Gebruik op de voorpassagiersstoel nooit een
kinderzitje waarbij het kind met de rug in de rijrichting zit. Dit kinderzitje
bevindt zich in het gebied waarin de voorairbags voor de voorpassagier
worden opgeblazen. De airbag kan bij activering het kind zwaar, zelfs
levensgevaarlijk verwonden.
Op dit feit attendeert een sticker die op de middenstijl aan de zijde van
⇒ afb.
de voorpassagier is geplakt
portier voor de voorpassagier zichtbaar. Voor enkele landen is de sticker ook
op de zonneklep van de voorpassagier aangebracht.
Bij het gebruik van een kinderzitje op de stoel van de voorpassagier
waarbij het kind met de rug in de rijrichting zit (in meerdere landen bij
gebruik van een kinderzitje waarbij het kind in de rijrichting zit) moet beslist
de airbag voor de voorpassagier worden uitgeschakeld ⇒ bladzijde 185,
Raad en daad
Veilig vervoer van kinderen
Afb. 180 Sticker op de
middelste carrosseriestijl
aan de voorpassagierszijde
180. De sticker is na het openen van het
Technische gegevens
189

Advertenties

loading