– Stel met behulp van de schakelaar
afzonderlijke wisbewegingen in.
Langzaam wissen
– Druk de hendel naar boven in de stand
Snel wissen
– Druk de hendel naar boven in de stand
Wis-/wasautomaat voor de voorruit
– Trek de hendel naar het stuurwiel in de verende stand
sproeierinstallatie sproeit direct, de ruitenwissers wissen iets later. Bij
een snelheid boven 120 km/h werken de ruitensproeiers en ruiten-
wissers gelijktijdig.
– Laat de hendel los. De ruitensproeier stopt en de wissers wissen nog
3 tot 4 keer (afhankelijk van de tijd dat de ruitensproeier was ingescha-
keld). Bij een snelheid boven 2 km/h wordt 5 seconden na de laatste
wisserslag de wisser nog eenmaal* ingeschakeld om de laatste drup-
pels van de ruit te wissen. Deze functie kan door een Škoda-
dealer/servicedealer worden geactiveerd/gedeactiveerd.
Regensensor*
– Plaat de hendel in stand
A
– Met de schakelaar
A
dueel instellen.
Ruitenwissers uitschakelen
– Zet de hendel weer in de basisstand
Bij elke uitschakeling van de ruitenwisser of na elke derde uitschakeling van het
contact veranderd het naar verwisselen naar rusttoestand van de ruitenwisser, dat
voorkomt een voortijdige verslijting van de wisserrubbers.
Bediening
Veiligheid
A
de gewenste pauze tussen de
A
A
.
2
A
.
3
A
A
.
1
kunt u de gevoeligheid van de sensor indivi-
A
.
0
Aanwijzingen voor het
rijden
De ruitenwissers en de ruitensproeiers werken alleen maar bij ingeschakeld
contact en een gesloten motorkap.
Als de interval-wisstand is ingeschakeld, worden de intervallen ook snelheidsaf-
hankelijk geregeld.
De regensensor* regelt automatisch de pauze tussen de afzonderlijke wisserbewe-
gingen, afhankelijk van de regenintensiteit.
De ruitensproeiers voor de voorruit worden bij ingeschakeld contact verwarmd*.
Bijvullen van de ruitensproeiervloeistof ⇒ bladzijde 238.
Winterstand
, de ruiten-
5
Als de ruitenwisser in de ruststand staat, kan deze niet worden weggeklapt van de
voorruit. Om deze reden adviseren wij, in de winter de ruitenwisser zo uit te lijnen
dat deze gemakkelijk kan worden weggeklapt van de voorruit. Deze ruststand kan
als volgt worden ingesteld:
•
Schakel de ruitenwisser in.
•
Schakel het contact uit. De ruitenwisser blijft in die stand staan waarin hij stond
toen het contact werd uitgeschakeld.
Als winterstand kunt u ook de servicestand gebruiken .
ATTENTIE!
•
Voor helder zicht en veilig rijden zijn goede ruitenwisserbladen beslist
noodzakelijk ⇒ bladzijde 76.
•
Gebruik de ruitensproeierinstallatie niet bij lage temperaturen voordat
vooraf de voorruit werd verwarmd. De ruitensproeiervloeistof zou anders
kunnen vastvriezen op de voorruit en het zicht naar voren beperken.
•
De regensensor functioneert alleen als assistent. De bestuurder wordt
niet van de plicht ontslagen de ruitenwissers, afhankelijk van de zichtom-
standigheden, handmatig in te schakelen.
Voorzichtig!
Bij vorst moet u, voordat u de ruitenwissers voor de eerste keer inschakelt, contro-
leren of de ruitenwisserbladen niet zijn vastgevroren! Als de ruitenwissers worden
Raadgevingen voor het
gebruik
Verlichting en zicht
Raad en daad
Technische gegevens
75