Voorzichtig!
Bij een stilstand van de auto van langer dan 3 tot 4 weken wordt de accu ontladen,
omdat enkele verbruikers ook in ruststand stroom verbruiken (bijv. regelappa-
raten). U kunt het ontladen van de accu voorkomen, door de minpool van de accu
los te koppelen, of de accu doorlopend met een zeer lage laadstroom op te laden.
Let bij werkzaamheden aan de accu op de aanwijzingen ⇒ bladzijde 234.
Aanwijzing
•
Accu's met driekleurig display, die af fabriek gemonteerd zijn, zijn met een code
gemarkeerd die altijd met 1J0, 7N0 of 3B0 begint. De precieze code kan b.v.
1J0 915 105 AC zijn.
•
Reserve-accu's met driekleurig display die bij de originele Škoda-onderdelen
gekocht worden, hebben de code 000 915 105 Ax, waarbij 'x' voor een variabel
teken staat. De precieze code kan b.v. 000 915 105 AB zijn.
Elektrolytpeil controleren
De accu is onder normale bedrijfsomstandigheden praktisch onderhoudsvrij. Bij
hoge buitentemperaturen of lange dagelijkse ritten raden we toch aan het elektro-
lytpeil van tijd tot tijd door een Škoda-dealer te laten controleren. Laat na elke keer
laden ⇒ bladzijde 237 ook het elektrolytpeil controleren.
Het elektrolytpeil wordt ook in het kader van de Grote Onderhoud Service
gecontroleerd.
Rijden in de winter
Vooral in de winter wordt de accu zwaar op de proef gesteld. Bovendien beschikt
hij bij lage temperaturen nog maar over een deel van de startcapaciteit die hij bij
normale temperaturen heeft.
Een ontladen accu kan al bij temperaturen net onder 0 °C bevriezen.
Wij adviseren daarom, de accu voor het begin van de winter door een erkende
Škoda dealer te laten controleren en zo nodig te laten opladen.
Bediening
Veiligheid
Accu laden
Een geladen accu is een absolute voorwaarde voor goed starten van
de motor.
– Lees de waarschuwingsaanwijzingen ⇒
– Schakel het contact en alle stroomverbruikers uit.
– Alleen bij 'snelladen': koppel beide aansluitkabels los (eerst 'min', dan
– klem de poolklemmen van de acculader aan op de accupolen (rood =
– steek dan pas de steker van het laadapparaat in het stopcontact en
– Aan het einde van het laadproces: schakel het laadapparaat uit en trek
– neem nu pas de poolklemmen van het laadapparaat los.
– sluit de aansluitkabels weer op de accu aan (eerst 'plus', dan 'min').
Bij het laden met geringe stroomsterktes (bijv. met een hobbylader) hoeven de
aansluitkabels normaal gesproken niet van de accu te worden losgekoppeld. Neem
in ieder geval de aanwijzingen van de fabrikant van het laadapparaat in acht.
Voor het geheel laden van de accu moet een laadstroom van 0,1 van de accucapa-
citeit (of lager) worden ingesteld.
Vóór het laden met hoge stroomsterktes, het zogenaamde 'snelladen', moeten de
beide accukabels echter wel worden losgemaakt.
Aanwijzingen voor het
Raadgevingen voor het
rijden
gebruik
ATTENTIE!
Laad nooit een bevroren of ontdooide accu op - kans op explosie en bijtende
zuren. Vervang een bevroren accu.
de accu' op bladzijde 234 en ⇒
'plus').
'plus', zwart = 'min').
schakel het apparaat in.
de steker uit het stopcontact.
Raad en daad
Controleren en bijvullen
in 'Werkzaamheden aan
.
Technische gegevens
237