•
de rugleuning vlak naar achteren leggen,
•
op het dashboard leunen,
•
op de achterbank gaan liggen,
•
alleen op het voorste deel van de zitting gaan zitten,
•
naar opzij gericht plaatsnemen,
•
uit de ruitsponning hangen,
•
de voeten buiten de ruitsponning houden,
•
de voeten op het dashboard leggen,
•
de voeten op het stoelkussen leggen,
•
in de voetenruimte meerijden,
•
zonder omgelegde veiligheidsgordel meerijden,
•
zich in de bagageruimte ophouden.
ATTENTIE!
•
Door een verkeerde zithouding stelt de inzittende zich bloot aan levens-
gevaarlijk letsel als de airbag wordt geactiveerd en hem hierbij raakt.
•
Neem voor het begin van de rit de juiste zitpositie in en wijzig deze
zithouding tijdens de rit niet. Wijs uw passagiers erop dat zij een juiste
zithouding aannemen en deze houding ook tijdens de rit niet wijzigen.
Bediening
Veiligheid
Aanwijzingen voor het
Raadgevingen voor het
rijden
gebruik
Passieve veiligheid
Raad en daad
Technische gegevens
169