•
de staart van een file bereikt,
•
pech hebt of in geval van nood,
De richtingaanwijzer-
Met behulp van de knipperlicht- en grootlichtschakelaar schakelt u
ook het stadslicht en het lichtsignaal in.
De knipperlicht- en grootlichtschakelaar heeft de volgende functies:
Knipperlicht rechts
en links
– Druk de schakelaar naar boven of naar beneden
– Als u slechts driemaal wilt knipperen, druk dan de schakelaar even tot
aan het bovenste of onderste drukpunt en laat de schakelaar weer los
(het zogenaamde comfortknipperen). Deze functie kan op het infor-
matiedisplay* ⇒ bladzijde 30 worden geactiveerd/gedeactiveerd.
– Knipperen voor het wisselen van rijbaan - druk de richtingaanwijzer-
hendel alleen tot aan het drukpunt naar boven of naar beneden en
houd hem vast, om slechts kortstondig te knipperen.
Groot licht
– Schakel het dimlicht in.
Bediening
Veiligheid
en grootlichtschakelaar
Afb. 61 De knipperlicht- en
grootlichtschakelaar
⇒ afb.
Aanwijzingen voor het
rijden
– Druk de hendel naar voren
– Trek de schakelaar weer terug in de uitgangsstand om het grote licht
weer uit te schakelen.
Lichtsignaal
– Trek de hendel naar het stuurwiel toe (geveerde stand) - groot licht en
controlelampje
Stadslicht
– Schakel het contact uit.
– Druk de hendel naar boven of naar beneden - het rechter- of linker-
parkeerlicht wordt ingeschakeld.
Aanwijzingen met betrekking tot de lichtfuncties
•
De knipperlichten werken alleen maar bij ingeschakeld contact. Het betref-
fende controlelampje
•
Aan het einde van een bocht wordt het knipperlicht automatisch uitgeschakeld.
•
Als er een gloeilamp voor een knipperlicht uitvalt, knippert het controlelampje
bijna twee keer zo snel.
•
Bij ingeschakeld parkeerlicht brandt het stadslicht en het achterlicht aan de
betreffende zijde van de auto. Het parkeerlicht brandt alleen maar bij ingeschakeld
61.
contact.
Voorzichtig!
Gebruik het grote licht of het lichtsignaal alleen maar als de andere verkeersdeel-
nemers daardoor niet worden verblind.
Aanwijzing
•
Wanneer u het rechtse of het linkse knipperlicht ingeschakeld hebt en u hebt
het contact uitgeschakeld, wordt het parkeerlicht niet automatisch ingeschakeld.
•
Gebruik de hierboven beschreven verlichtings- en signaalsystemen alleen in
overeenstemming met de wettelijke bepalingen.
Raadgevingen voor het
gebruik
op instrumentenpaneel branden.
of
op het instrumentenpaneel knippert mee.
Raad en daad
Verlichting en zicht
69
Technische gegevens