Reservewiel*
Het reservewiel ligt in een kom onder de vloerbedekking van de bagageruimte en
is met behulp van een speciale bout vastgezet
Voor het uitbouwen van het reservewiel moet de box met het boordgereedschap
⇒ bladzijde 250, afb.
worden weggenomen
Het is belangrijk de bandenspanning van het reservewiel te controleren (bij voor-
keur bij elke bandenspanningscontrole - zie de sticker op de tankdopklep
⇒ bladzijde 240) zodat het reservewiel op elk moment kan worden gemonteerd.
Nood-reservewiel
Of uw auto is uitgevoerd met een nood-reservewiel herkent u aan de waarschu-
wingssticker die op de velg van het nood-reservewiel is geplakt.
Bij het rijden met het nood-reservewiel moet op de volgende aanwijzingen worden
gelet:
•
Na de montage van het wiel mag de waarschuwingssticker niet worden afge-
dekt (bijv. door een wieldop).
•
Rijd met dit reservewiel niet sneller dan 80 km/h - kans op ongevallen. Vermijd
het accelereren met vol gas, sterk afremmen en snel bochtenwerk.
•
De bandenspanning van dit reservewiel is gelijk aan de bandenspanning van de
standaard gemonteerde banden. De bandenspanning voor het noodwiel R 18
moet 420 kPa (4,2 bar) bedragen!
Bediening
Veiligheid
Afb. 216 Bagageruimte:
Reservewiel
⇒ afb.
216.
215.
Aanwijzingen voor het
rijden
•
Gebruik dit reservewiel alleen tot aan de dichtstbijzijnde Škoda-dealer, omdat
dit wiel niet voor continu gebruik is bestemd.
•
Op de velg van het R 18-noodwiel mogen geen andere zomer- of winterbanden
worden gemonteerd.
Wiel verwisselen
Voorbereidende werkzaamheden
Voor de eigenlijke verwisseling van het wiel moeten de volgende werk-
zaamheden worden uitgevoerd.
– Parkeer de auto bij een lekke band zo ver mogelijk weg van het
rijdende verkeer. De plaats waar de auto wordt geparkeerd moet vlak
zijn.
– Laat alle medepassagiers uitstappen. Tijdens het verwisselen van
het wiel mogen de passagiers niet op de weg staan (bij voorkeur
achter de vangrail).
– Trek de handrem vast aan.
– Schakel de 1e versnelling in, resp. zet bij auto's met automatische
versnellingsbak de keuzehendel in stand P.
– Als er een aanhangwagen is aangekoppeld, moet deze worden afge-
koppeld.
– Neem het boordgereedschap ⇒ bladzijde 250 en het reservewiel
⇒ bladzijde 251 uit de bagageruimte.
ATTENTIE!
•
Als u op de rijbaan staat, schakel dan de alarmlichten in en plaats de
gevarendriehoek op de voorgeschreven afstand - let hierbij op de nationale
wettelijke voorschriften. U beschermt daarmee niet alleen uzelf maar ook
de andere weggebruikers.
Raadgevingen voor het
Raad en daad
gebruik
Raad en daad
251
Technische gegevens