Noodontgrendeling en - vergrendeling van het
bestuurdersportier
Het bestuurdersportier kan bij defect van de sleutel met de radiogra-
fische afstandsbediening of de centrale vergrendeling handmatig
ongrendeld of vergrendeld worden.
– Trek aan de grip.
– Steek de autosleutel in de uitsparing aan de onderzijde van de afdek-
king en hef naar boven op.
– Steek de autosleutel in de slotcylinder en ontgrendel of vergrendel de
auto.
Bediening
Veiligheid
Noodvergrendeling van de portieren
Aan de voorzijde van de portieren die niet zijn uitgevoerd met een slotci-
Afb. 41 Grip aan het
linder, bevindt zich een noodslotmechanisme; dit is pas zichtbaar na het
bestuurdersportier: afge-
dekte slotcylinder
openen van het portier. Vergrendel de portieren met de autosleutel.
Vergrendeling
– Bouw de afdekplaat uit
– Steek de sleutel in de gleuf en draai die naar buiten.
– Breng de afdekplaat weer aan.
Na het sluiten van het portier kan dit van buitenaf niet meer worden geopend. Bij
een niet-ingeschakeld kinderslot is het mogelijk het portier van binnenuit te
openen door tweemaal de portierkruk uit te trekken. Bij een ingeschakeld kinder-
slot is het nodig, naast het twee keer uittrekken van de portierkruk, het portier ook
van buitenaf nog te openen.
Aanwijzingen voor het
Raadgevingen voor het
rijden
gebruik
Openen en Afsluiten
Afb. 42 Achterportier:
Noodvergrendeling van het
portier
⇒ afb.
42.
Raad en daad
Technische gegevens
49