80
Zitten en opbergen
Zitten en opbergen
Voorstoelen
Principes
De voorstoelen kunnen op vele manieren worden ingesteld en daardoor aan de
lichaamsbouw van de bestuurder en de voorpassagier worden aangepast. De juiste
instelling van de stoelen is bijzonder belangrijk voor:
•
het veilig, snel bereiken van de bedieningselementen
•
een ontspannen, niet-vermoeiende lichaamshouding
•
de maximale bescherming door de veiligheidsgordels en het airbagsy-
steem.
ATTENTIE!
•
Neem nooit meer personen mee dan het aantal zitplaatsen dat uw auto
telt.
•
Elke inzittende moet de bij de zitplaats behorende veiligheidsgordel
correct dragen. Kinderen moeten met behulp van een hiervoor geschikt
kinderzitje zijn beveiligd ⇒ bladzijde 188, 'Veilig vervoer van kinderen'.
•
De voorstoelen en alle hoofdsteunen moeten altijd overeenkomstig de
lichaamsgrootte worden ingesteld, terwijl ook de veiligheidsgordels altijd
correct moeten worden gedragen om u en uw passagiers een optimale
bescherming te bieden.
•
Houd de voeten tijdens het rijden altijd in de voetenruimte - leg de
voeten nooit op het dashboard, in de ruitsponning of op de zittingen! Dat
geldt vooral voor de passagiers. Bij een remactie of een aanrijding stelt u
zich dan aan een verhoogd letselrisico bloot. Bij een inschakeling van de
airbag kunt u door de verkeerde zithouding dodelijk letsel oplopen!
•
Voor de bestuurder en de voorpassagier is het belangrijk dat een afstand
van minstens 25 cm van het stuurwiel, resp. van het dashboard wordt
aangehouden. Als deze minimale afstand niet wordt aangehouden, kan het
airbagsysteem u niet beschermen - levensgevaar! Bovendien moeten de
ATTENTIE! Vervolg
voorstoelen en de hoofdsteunen altijd in overeenstemming met de
lichaamsgrootte zijn ingesteld.
•
Zorg ervoor dat zich geen voorwerpen in de voetenruimte bevinden
omdat deze voorwerpen bij een rij- of remactie tussen de pedalen kunnen
komen. U zou dan niet in staat zijn te koppelen, te remmen of gas te geven.
Voorstoelen instellen
Stoel in lengterichting instellen
A
⇒ afb. 77
– Trek de hendel
omhoog en schuif daarbij de stoel in de
1
gewenste positie.
A
– Laat de hendel
los en verschuif de stoel totdat de vergrendeling
1
hoorbaar inklikt.
Zittinghoogte instellen
– Als u de stoel hoger wilt zetten, trek de hendel
maak pompbewegingen met de hendel.
Afb. 77 Bedieningspaneel
op stoel
A
dan naar boven of
2