Aandrijf-slipregeling (ASR)
De aandrijf-slipregeling verhindert het doordraaien van de aange-
dreven wielen bij het accelereren.
Algemeen
Door de ASR wordt bij een in een slechte staat verkerend wegdek het wegrijden
vanuit stilstand, het accelereren en het bergopwaarts rijden aanzienlijk vergemak-
kelijkt, resp. mogelijk gemaakt.
Werking
Het ASR schakelt bij het starten van de motor automatisch in en voert een zelftest
uit. Het systeem controleert het toerental van de aangedreven wielen met behulp
van de ABS-sensoren.. Als de wielen doorslippen, wordt door de automatische
reducering van het motortoerental de aandrijfkracht aangepast aan de staat van
het wegdek. Dit geldt bij alle snelheden.
De ASR werkt in combinatie met het ABS ⇒ bladzijde 201. Bij een ABS-storing valt
ook de ASR uit.
Bij een storing aan de ASR brandt op het instrumentenpaneel het ASR-controle-
⇒ bladzijde 39.
lampje
Uitschakelen
U kunt de ASR indien nodig door het indrukken van de toets
weer inschakelen. Bij een uitgeschakelde ASR brandt op het instrumentenpaneel
het ASR-controlelampje
Bediening
Veiligheid
Afb. 191 ASR-schakelaar
⇒ afb. 191
⇒ bladzijde 39.
Aanwijzingen voor het
rijden
De ASR moet normaliter altijd zijn ingeschakeld. Alleen in bepaalde uitzonderings-
situaties, als bijv. slip is gewenst, kan het zinvol zijn het systeem uit te schakelen.
Voorbeelden:
•
bij het rijden met sneeuwkettingen
•
bij het rijden in verse sneeuw of op een losse ondergrond
•
bij het losrijden van een vastzittende auto.
Aansluitend hierop moet het ASR weer worden ingeschakeld.
ATTENTIE!
De rijstijl moet altijd worden aangepast aan de staat van het wegdek en de
verkeerssituatie. De geboden hogere veiligheid mag geen aanleiding zijn tot
het nemen van veiligheidsrisico's - kans op ongevallen.
Aanwijzing
•
Om de storingvrije werking van de ASR te garanderen moeten op alle vier de
velgen dezelfde banden zijn gemonteerd. Onderlinge verschillen in de afrolomtrek
van de band kunnen leiden tot een niet-gewenste reducering van het motorver-
mogen.
•
Wijzigingen aan de auto (bijv. aan de motor, de remmen, het onderstel of een
andere band-velgcombinatie) kunnen de werking van het ASR beïnvloeden
⇒ bladzijde 246, 'Accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen'.
Actieve stuurassistent (DSR)*
Auto's met ESP zijn met een acieve stuurassistent (DSR) uitgerust.
Deze functie geeft de bestuurder in een kritieke situatie een stuuradvies om de auto
te kunnen stabiliseren. Het actieve besturingssysteem wordt actief bijv. bij sterk
afremmen op wegdekken waarbij de stroefheid tussen de linker- en de rechterzijde
van het wegdek verschillend is.
uit- en
Raadgevingen voor het
gebruik
Intelligente techniek
Raad en daad
Technische gegevens
199