Na het starten van de koude motor kan er even sprake zijn van extra motorgeluid,
omdat er eerst oliedruk moet worden opgebouwd in de hydraulische klepstoters.
Dat is een normaal effect en heeft dan ook geen enkele betekenis.
Als de motor niet aanslaat ...
Als starthulp kunt u de accu van een andere auto gebruiken ⇒ bladzijde 256.
Alleen auto's met een schakelbak kunnen worden aangesleept. De sleepafstand
mag niet meer dan 50 meter bedragen.
ATTENTIE!
•
Laat de motor nooit in een ongeventileerde of afgesloten ruimte draaien.
De uitlaatgassen van de motor bevatten onder andere het geur- en kleur-
loze koolmonoxide, een giftig gas - levensgevaarlijk! Koolmonoxide kan
leiden tot bewusteloosheid en zelfs tot de dood.
•
Laat nooit uw auto met draaiende motor onbeheerd achter.
Voorzichtig!
•
De startmotor mag alleen worden ingeschakeld (contactsleutelstand
motor stilstaat. Als de startmotor direct na het uitzetten van de motor wordt inge-
schakeld, kan de startmotor of de motor worden beschadigd.
•
Vermijd hoge toerentallen, vol gas en sterke motorbelasting zolang de motor
zijn bedrijfstemperatuur nog niet heeft bereikt - kans op motorschade!
•
Bij auto's met katalysator mag de motor niet worden gestart door de auto aan
te slepen over een afstand van meer dan 50 meter.
Milieu
Laat de motor nooit warmdraaien terwijl de auto stilstaat. Rijd direct weg. Hierdoor
komt de motor sneller op bedrijfstemperatuur en is de uitstoot aan schadelijke
stoffen geringer.
Bediening
Veiligheid
Benzinemotoren
Deze motoren zijn uitgevoerd met een inspuitsysteem dat automatisch bij elke
buitentemperatuur het juiste benzine-luchtmengsel levert.
•
•
en na ca. een halve minuut herhalen.
•
benzinepomp defect zijn. Controleer de zekering en vervang deze zo nodig
⇒ bladzijde 262.
•
Bij zeer hete motor kan het na het aanslaan van de motor nodig zijn, iets gas te
geven.
Dieselmotoren
Voorgloei-installatie
A
) als de
3
Dieselmotoren zijn met een voorgloei-installatie uitgerust waarvan de voorgloeitijd
automatisch wordt geregeld op basis van de koelvloeistof- en buitentemperatuur.
Na het inschakelen van het contact gaat het voorgloeicontrolelampje branden
Tijdens het voorgloeien mogen er geen grotere elektrische verbruikers zijn
ingeschakeld - anders wordt de autoaccu onnodig belast.
•
worden gestart.
•
boven de +5°C zal het voorgloeicontrolelampje slechts ca. 1 seconde branden. Dat
betekent dat de motor direct kan worden gestart.
•
en na ca. een halve minuut herhalen.
•
voorgloeisysteem defect zijn. Controleer de zekering en vervang deze zo nodig
⇒ bladzijde 262.
Aanwijzingen voor het
Raadgevingen voor het
rijden
gebruik
Geef voor en tijdens het starten van de motor geen gas.
Als de motor niet aanslaat, de startprocedure na ca. 10 seconden onderbreken
Als de motor desondanks nog niet aanslaat, kan de zekering voor de elektrische
Roep de hulp van de dichtstbijzijnde Škoda-dealer in.
Direct nadat het voorgloeicontrolelampje
Bij een op bedrijfstemperatuur zijnde motor, resp. bij buitentemperaturen
Als de motor niet aanslaat, de startprocedure na ca. 10 seconden onderbreken
Als de motor desondanks nog niet aanslaat, kan de zekering voor het diesel-
Raad en daad
Wegrijden en rijden
.
is uitgegaan, moet de motor
Technische gegevens
121