gels moeten op wegklapbare steunen worden bevestigd. Stel de spiegels zo af, dat
deze voldoende zicht naar achteren bieden.
Koplampen
Controleer voor het begin van de rit bij een aangekoppelde aanhangwagen ook de
afstelling van de koplampen. Corrigeer zo nodig de afstelling m.b.v. de lichtbundel-
hoogteverstelling ⇒ bladzijde 68, 'Lichtbundelhoogteverstelling van de
koplampen * '.
Afneembare kogelkop
Bij auto's met af fabriek ingebouwde trekhaak is de kogelkop afneembaar. Deze
bevindt zich samen met een aparte montagehandleiding in de reservewielkom in
de bagageruimte van de auto.
Verdere informatie met betrekking tot de trekhaak ⇒ bladzijde 214.
Aanwijzing
•
Wij adviseren bij regelmatig gebruik van een aanhangwagen uw auto ook
tussen de onderhoudsintervallen door te laten controleren.
•
Bij het aan- en loskoppelen van de aanhangwagen moet de handrem van de
trekkende auto zijn aangetrokken.
Aanwijzingen voor het rijden
Het rijden met aanhangwagen vereist bijzondere voorzichtigheid.
– Rijd indien mogelijk niet met een lege trekkende auto en een volbe-
laden aanhangwagen.
– Rijd niet met de wettelijk toegestane maximumsnelheden. Dit geldt
vooral op hellingen.
– Rem op tijd.
– Let bij hoge buitentemperaturen op de koelvloeistoftemperatuur-
meter.
Bediening
Veiligheid
Gewichtsverdeling
Bij een lege auto en een beladen aanhangwagen is de gewichtsverdeling zeer
ongunstig. Als toch met een dergelijke combinatie moet worden gereden, moet een
lage snelheid worden aangehouden.
Rijsnelheid
Met het oog op de veiligheid adviseren wij niet sneller dan 80 km/h te rijden. Dit
geldt ook voor landen waarin hogere snelheden zijn toegestaan.
Omdat met een toenemende snelheid de rijstabiliteit van de combinatie terug-
loopt, moet bij ongunstige weg-, weers- en windverhoudingen, vooral op
hellingen, worden afgezien van de wettelijk toegestane maximumsnelheid.
In elk geval moet de snelheid direct worden verlaagd, zodra u ook maar de
geringste slingerbeweging van de aanhangwagen bemerkt. Probeer in geen geval
de combinatie door te accelereren 'recht te trekken'.
Rem op tijd! Bij een aanhangwagen met oplooprem eerst voorzichtig remmen en
daarna vlot afremmen. Zo worden remschokken door blokkerende aanhangwa-
genwielen voorkomen. Schakel op een helling op tijd terug, zodat op de motor kan
worden afgeremd.
Oververhitting van de motor
Als bij hoge buitentemperaturen op een lange helling in een lage versnelling met
een hoog motortoerental moet worden gereden, moet vooral op de koelvloeistof-
temperatuurmeter worden gelet ⇒ bladzijde 18, 'Koelvloeistoftemperatuurmeter'.
Als de meter van de koelvloeistoftemperatuurmeter meer naar het rechter- of in
het rode vlak loopt, moet de snelheid direct worden verlaagd. Als het controle-
lampje
enkele minuten en controleer het koelvloeistofpeil in het koelvloeistofexpansiere-
servoir ⇒ bladzijde 231, 'Koelvloeistofpeil controleren'.
Let op de volgende aanwijzingen ⇒ bladzijde 38,
'Koelvloeistoftemperatuur/koelvloeistofpeil '.
De koelvloeistoftemperatuur kan door het inschakelen van de verwarming worden
verlaagd.
Het verhogen van de koelcapaciteit van de koelluchtventilator is door het terug-
schakelen en door het verhogen van het motortoerental niet mogelijk - het
Aanwijzingen voor het
Raadgevingen voor het
rijden
gebruik
op het instrumentenpaneel knippert, stop dan en zet de motor af. Wacht
Raad en daad
Rijden met aanhangwagen
213
Technische gegevens