Download Print deze pagina

Skoda Superb 2009 Instructieboekje pagina 199

Advertenties

Aanwijzingen voor het rijden
Intelligente techniek
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)*
Algemeen
Algemeen
Met behulp van het ESP wordt de controle over de auto in rijdynamische grenssitu-
aties zoals bijv. bij een te hoge snelheid in de bocht verhoogd. Afhankelijk van de
staat van het wegdek wordt het slipgevaar gereduceerd en zo de rijstabiliteit van de
auto verbeterd. Dit geldt bij alle snelheden.
In het elektronische stabiliteitsprogramma zijn de volgende systemen geïntegreerd:
elektronisch sperdifferentieel (EDS),
aandrijf-slipregeling (ASR),
actieve stuurassistent (DSR),
antiblokkeersysteem (ABS),
remassistent (remkrachtverhoger),
up-hillassistent.
Bediening
Veiligheid
Werking
Het ESP schakelt bij het starten van de motor automatisch in en voert een zelftest
uit. Het ESP-regelapparaat verwerkt de gegevens van de afzonderlijke systemen
Het verwerkt bovendien extra meetgegevens die door de uiterst gevoelige
sensoren worden aangeleverd: de giersnelheid van de auto om de topas, de acce-
leratie in dwarsrichting, de remdruk en de stuuruitslag.
Op basis van de stuuruitslag en de rijsnelheid wordt de door de bestuurder
gekozen rijrichting bepaald, die constant met het werkelijke gedrag van de auto
wordt vergeleken. Bij afwijkingen, zoals bijv. bij de neiging tot slippen, remt het ESP
het betreffende wiel automatisch af.
Door de bij het afremmen van het wiel ontstane krachten wordt de auto weer
gestabiliseerd. Bij overstuur (neiging tot het uitbreken van de achterzijde) vindt de
remingreep hoofdzakelijk plaats in het voorwiel buiten in de bocht, en bij onder-
stuur (neiging tot het rechtuitschuiven uit de bocht) bij het achterwiel dat zich aan
Afb. 190 ESP-schakelaar
de binnenzijde van de bocht bevindt. Deze remingreep gaat gepaard met geluid.
Het ESP werkt in combinatie met het ABS ⇒ bladzijde 201. Bij een ABS-storing valt
ook het ESP uit.
Bij een storing aan het ESP brandt op het instrumentenpaneel dan ook het ESP-
controlelampje
Uitschakelen
U kunt het ESP indien nodig door het indrukken van de toets
weer inschakelen. Bij een uitgeschakeld ESP brandt op het instrumentenpaneel het
ESP-controlelampje
Het ESP moet normaliter altijd zijn ingeschakeld. Alleen in bepaalde uitzonderings-
situaties, als bijv. slip is gewenst, kan het zinvol zijn het systeem uit te schakelen.
Voorbeelden:
Aanwijzingen voor het
Raadgevingen voor het
rijden
gebruik
⇒ bladzijde 39.
⇒ bladzijde 39.
bij het rijden met sneeuwkettingen
bij het rijden in verse sneeuw of op een losse ondergrond
Raad en daad
Intelligente techniek
197
⇒ afb. 190
uit- en
Technische gegevens

Advertenties

loading