Download Print deze pagina

Skoda Superb 2009 Instructieboekje pagina 169

Advertenties

Voor uw eigen veiligheid en om de kans op letsel bij een aanrijding te verkleinen
adviseren wij de volgende instelling.
Stel het stuurwiel zo af dat de afstand tussen het stuurwiel en het borstbeen
⇒ bladzijde 166, afb.
minstens 25 cm bedraagt
Stel de bestuurdersstoel in lengterichting zodanig in dat de pedalen met licht
gebogen knie geheel kunnen worden ingetrapt.
Stel de rugleuning zo af dat u het stuurwiel op het bovenste punt met licht
gebogen armen kunt vastpakken.
Stel de hoofdsteun zo af dat de bovenzijde van de hoofdsteun, indien mogelijk,
op dezelfde hoogte als het bovenste deel van uw hoofd ligt
Doe de veiligheidsgordel op de juiste wijze om ⇒ bladzijde 172, 'Hoe worden
veiligheidsgordel goed gedragen?'.
Handmatige instelling bestuurdersstoel ⇒ bladzijde 80, 'Voorstoelen instellen'.
Elektrische instelling bestuurdersstoel ⇒ bladzijde 81, 'Elektrische voorstoelen
instellen*'.
ATTENTIE!
De voorstoelen en alle hoofdsteunen moeten altijd overeenkomstig de
lichaamsgrootte worden ingesteld, terwijl ook de veiligheidsgordels altijd
correct moeten worden gedragen om u en uw passagiers een optimale
bescherming te bieden.
Bediening
Veiligheid
Afb. 161 De juiste instelling
van de hoofdsteun van de
bestuurder
160.
⇒ afb.
161.
Aanwijzingen voor het
Raadgevingen voor het
rijden
gebruik
ATTENTIE! Vervolg
De bestuurder moet een minimale afstand van 25 cm ten opzichte van
⇒ bladzijde 166, afb.
het stuur aanhouden
niet wordt aangehouden, kan het airbagsysteem u niet beschermen -
levensgevaar!
Houd tijdens het rijden het stuurwiel met de beide handen aan de zijkant
op de buitenrand in de stand van 9 uur en 3 uur vast. Houd het stuurwiel
nooit in de 12-uursstand of in een andere stand vast (bijv. in het midden of
aan de binnenste stuurwielrand). In een dergelijk geval zou, bij het activeren
van de bestuurdersairbag, letsel kunnen worden opgelopen aan armen,
handen en hoofd.
Tijdens het rijden mag de rugleuning niet te schuin naar achteren staan,
omdat anders de werking van de veiligheidsgordels en de airbags in nega-
tieve zin worden beïnvloed - kans op letsel!
Zorg ervoor dat zich geen voorwerpen in de voetenruimte bevinden
omdat deze voorwerpen bij een rij- of remactie tussen de pedalen kunnen
komen. U zou dan niet in staat zijn te koppelen, te remmen of gas te geven.
Juiste zitpositie van de voorpassagier
De voorpassagier moet een minimale afstand van 25 cm ten
opzichte van het dashboard aanhouden zodat de airbag bij een
activering de grootst mogelijke veiligheid biedt.
Voor de veiligheid van de voorpassagier en om de kans op letsel bij een aanrijding
te verkleinen adviseren wij de volgende instelling.
Zet de stoel van de voorpassagier zo ver mogelijk naar achteren.
Stel de hoofdsteun zo af dat de bovenzijde van de hoofdsteun, indien mogelijk,
op dezelfde hoogte als het bovenste deel van uw hoofd ligt
Doe de veiligheidsgordel op de juiste wijze om ⇒ bladzijde 172, 'Hoe worden
veiligheidsgordel goed gedragen?'.
Bij wijze van uitzondering kunt de airbag voor de voorpassagier uitschakelen
⇒ bladzijde 185, 'Airbag uitschakelen'.
Raad en daad
Passieve veiligheid
167
160. Als deze minimale afstand
⇒ afb.
161.
Technische gegevens

Advertenties

loading