88
Openen en sluiten
Wanneer een beschermmat wordt gebruikt
R
die over de rand van de bagageruimte
omlaag in het herkenningsgebied van de sen‐
soren loopt.
De beschermmat is niet correct bevestigd.
R
Bij het werken aan de aanhangwagenvoorzie‐
R
ning, aan aanhangwagens of achterfietsdra‐
gers.
In deze en vergelijkbare situaties KEYLESS-GO
(
pagina 76) deactiveren of geen sleutel bij u
→
dragen.
Afzonderlijke vergrendeling van de bagage‐
ruimte in- en uitschakelen
Als bij een ingeschakelde afzonderlijke vergren‐
deling de auto centraal wordt ontgrendeld, blijft
de bagageruimte vergrendeld.
Inschakelen: De schakelaar in de stand 1
#
schuiven.
Uitschakelen: De schakelaar in de stand 2
#
schuiven.
%
Als een ongeval wordt herkend, wordt de
bagageruimte ontgrendeld, ook als de afzon‐
derlijke vergrendeling ingeschakeld is.
Achterklepbegrenzing in- of uitschakelen
Multimediasysteem:
Voertuig
î Voertuiginstellin-
,
.
gen
Achterklepbegrenzing
.
Deze functie verhindert dat de achterklep bij‐
voorbeeld een laag garageplafond raakt.
De functie in- O of uitschakelen ª.
#
Zijruiten
Zijruiten openen en sluiten
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het
openen van een zijruit
Bij het openen van een zijruit kunnen
lichaamsdelen tussen de zijruit en het ruit‐
frame getrokken worden of bekneld raken.
Bij het openen controleren dat niemand
#
de zijruit aanraakt.
Wanneer iemand bekneld raakt, direct
#
de toets loslaten of aan de toets trek‐
ken om de zijruit weer te sluiten.