220 Rijden en parkeren
De auto wordt ontgrendeld.
R
Indien mogelijk, wordt een noodoproep naar
R
de Mercedes-Benz alarmcentrale verstuurd.
De bestuurder kan de vertraging te allen tijde
afbreken door een van de volgende handelingen:
Sturen.
R
Het rem- of gaspedaal indrukken.
R
Indrukken van een stuurwieltoets of bedie‐
R
ning van de touch-control.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC in-
R
of uitschakelen.
Overzicht van de weergaven van de actieve
afstandsassistent DISTRONIC in het combi-
instrument
In het combi-instrument tonen de assistentie‐
weergave en de statusindicatie de status van de
volgende functies:
Actieve afstandsassistent DISTRONIC
R
Routegebaseerde snelheidsaanpassing
R
Actieve stuurassistent
R
Assistentieweergave
1
Routegebaseerde snelheidsaanpassing
(soort routegebeurtenissen)
2
Voorligger
3
Afstandsschaal
4
Ingestelde voorgeschreven afstand
5
Eigen auto
Statusindicatie actieve afstandsassistent
DISTRONIC en routegebaseerde snelheids‐
aanpassing
1
Actieve afstandsassistent DISTRONIC geko‐
zen, ingestelde voorgeschreven afstand
2
Actieve afstandsassistent DISTRONIC uitge‐
schakeld, snelheid opgeslagen