Voorwaarden
TEMPOMAT
De TEMPOMAT is geselecteerd.
R
®
Het ESP
is ingeschakeld, maar mag niet
R
regelen.
De rijsnelheid bedraagt minimaal 20 km/h.
R
De transmissie staat in de stand h.
R
Variabele Limiter
De auto is gestart.
R
De variabele limiter is geselecteerd.
R
Omschakelen tussen TEMPOMAT en varia‐
bele limiter
TEMPOMAT selecteren: De tuimelschake‐
#
laar
1
omhoogdrukken.
Variabele limiter selecteren: De tuimel‐
#
schakelaar
1
omlaagdrukken.
Rijden en parkeren 207
%
Auto's met actieve afstandsassistent
DISTRONIC: De variabele limiter wordt via
een andere toets gekozen (
TEMPOMAT of variabele limiter activeren
De tuimelschakelaar
2
omhoog (SET/+) of
#
omlaag (SET/-) drukken.
De voet van het gaspedaal nemen.
#
De actueel gereden snelheid wordt opgesla‐
gen en door de auto aangehouden (TEMPO‐
MAT) of begrensd (variabele limiter).
Snelheid verhogen/verlagen
De tuimelschakelaar
2
tot het drukpunt
#
omhoog- of omlaagdrukken.
De opgeslagen snelheid wordt 1 km/h ver‐
hoogd of verlaagd.
of
De tuimelschakelaar
2
tot het drukpunt
#
omhoog- of omlaagdrukken en vasthouden.
De opgeslagen snelheid wordt in stappen van
1 km/h verhoogd of verlaagd.
of
pagina 211).
→