232 Rijden en parkeren
De 360°-camera is slechts een hulpmiddel. Hij
kan uw waarneming van de omgeving niet ver‐
vangen. De bestuurder blijft te allen tijde verant‐
woordelijk voor het veilig manoeuvreren en par‐
keren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen
zich onder andere geen personen, dieren of
voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden;
dit controleren.
Het systeem verwerkt de beelden van de vol‐
gende camera's:
Achteruitrijcamera
R
Frontcamera
R
Twee zijcamera's in de buitenspiegels
R
Weergaven van de 360°-camera
U kunt kiezen tussen verschillende weergaven:
1
Groothoekweergave vóór
2
Top View met beeld van de frontcamera
3
Top View met beeld van de zijcamera in de
buitenspiegels
4
Groothoekweergave achter
5
Top View met beeld van de achteruitrijca‐
mera
6
Top View met aanhangerweergave (indien
aanhangwagenvoorziening gemonteerd)
Top View
1
Rijstrook bij actuele stuurwielverdraaiing
2
Gele waarschuwingsmelding van de PARK‐
TRONIC-parkeerassistent: Obstakels op een
afstand van circa (1,0 m of minder)
3
Eigen auto van bovenaf
Wanneer de afstand tot een obstakel afneemt,
verandert de kleur van de waarschuwingsmel‐
ding 2. Vanaf een afstand van circa 0,6 m
wordt de waarschuwingsmelding oranje weerge‐
geven. Vanaf een afstand van circa 0,3 m wordt
de waarschuwingsmelding rood weergegeven.