& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len bij herhaaldelijk drukverlies in de
band
Wanneer de bandenspanning herhaaldelijk
daalt, kunnen velg, ventiel of band bescha‐
digd zijn.
Een te lage bandenspanning kan tot een
klapband leiden.
Banden op binnengedrongen voorwer‐
#
pen onderzoeken.
Controleren of de velg of het ventiel lek
#
is.
Als de schade niet verholpen worden
#
kan, contact opnemen met een gekwali‐
ficeerde werkplaats.
Gegevens over de geadviseerde bandenspanning
voor de af fabriek op uw auto gemonteerde ban‐
den vindt u in de bandenspanningstabel aan de
binnenzijde van de tankdopklep (
Voor het controleren van de bandenspanning
een geschikte bandenspanningsmeter gebruiken.
Het uiterlijk van een band geeft geen uitsluitsel
over de bandenspanning.
Auto's met bandenspanningscontrole: De
bandenspanning kan ook via de boordcomputer
worden gecontroleerd.
De bandenspanning alleen corrigeren als de ban‐
den koud zijn. Voorwaarden voor koude banden:
De auto was ten minste drie uur geparkeerd
R
zonder zonnestraling op de band.
De auto heeft minder dan 1,6 km gereden.
R
Een stijging van de bandentemperatuur van
10 °C verhoogt de bandenspanning circa 10 kPa
(0,1 bar, 1,5 psi). Hier rekening mee houden, als
de bandenspanning wordt gecontroleerd als de
banden warm zijn.
Aanwijzingen voor rijden met een aanhang‐
wagen
Voor de banden van de achteras geldt uitsluitend
de in de bandenspanningstabel geadviseerde
pagina 449).
→
bandenspanning voor een verhoogde belading.
Banden en velgen 449
Bandenspanningstabel
De bandenspanningstabel bevindt zich aan de
binnenzijde van de tankdopklep.
De bandenspanningstabel toont de geadviseerde
bandenspanning voor alle af fabriek voor deze
auto goedgekeurde banden. De geadviseerde
bandenspanningen gelden voor banden in koude