218 Rijden en parkeren
Als het controlelampje
1
gedoofd is: De
#
toets
2
indrukken.
Functie van de actieve rijstrookwisselassis‐
tent
%
De beschikbaarheid van de volgende functie
is landsafhankelijk en alleen in combinatie
met het rijassistentiepakket beschikbaar.
De actieve rijstrookwisselassistent ondersteunt
de bestuurder bij het wisselen van rijstrook door
stuurmomenten.
De ondersteuning bij het veranderen van rij‐
strook vindt plaats als aan alle volgende voor‐
waarden is voldaan:
De auto rijdt op een autosnelweg of een weg
R
met meerdere rijstroken in de rijrichting.
De aangrenzende rijstrook is van de eigen rij‐
R
strook afgescheiden door een onderbroken
rijstrookmarkering.
Er wordt geen voertuig herkend op de aan‐
R
grenzende rijstrook.
De rijsnelheid ligt tussen 80 km/h en
R
180 km/h.
De actieve rijstrookwisselassistent werd met
R
de richtingaanwijzer door de bestuurder
geactiveerd.
De actieve rijstrookwisselassistent is in het
R
multimediasysteem ingeschakeld.
De actieve stuurassistent is ingeschakeld en
R
actief.
Als op de aangrenzende rijstrook geen voertuig
wordt herkend en het wisselen van rijstrook is
toegestaan, worden het stuurwielsymbool en de
pijl groen weergegeven
2
. Er verschijnt bijvoor‐
beeld de
meldingRijstrookwisseling naar
Als de actieve rijstrookwisselassistent met de
richtingaanwijzer geactiveerd wordt, maar het
wisselen van rijstrook niet direct mogelijk is,
blijft gedurende het groene stuurwielsymbool
branden en wordt de grijze pijl
Bij het activeren van de ondersteuning voor het
wisselen van rijstrook wordt de richtingaanwijzer
automatisch geactiveerd. Wanneer het wisselen
van rijstrook niet mogelijk is, verdwijnt de pijl na
enige tijd en moet het wisselen van rijstrook
links.
1
weergegeven.