Overzicht temperatuurregelsystemen
Overzicht bedieningseenheid THERMATIC
De controlelampjes in de toetsen geven aan dat
de betreffende functie geactiveerd is.
1
w Temperatuur instellen, links
2
_ Luchtverdeling instellen
3
H Luchthoeveelheid instellen of klimaat‐
regeling uitschakelen
4
à Klimaatregeling automatisch regelen
(
pagina 151)
→
5
¬ Voorruit ontwasemen
6
Auto's zonder standverwarming: t Kli‐
maatmenu oproepen
Auto's met standverwarming: ! Klimaat‐
menu oproepen, restwarmte in‑ of uitschake‐
len (
pagina 152)
→
7
¤ Achterruitverwarming in- of uitschake‐
len
8
Auto's zonder standverwarming: 0 Syn‐
chronisatie in- of uitschakelen
(
pagina 151)
→
Auto's met standverwarming: & De
standverwarming in- of uitschakelen
(
pagina 154)
→
9
g Luchtrecirculatie in- of uitschakelen
(
pagina 152)
→
A
¿ A/C-functie in- of uitschakelen
(
pagina 150)
→
B
w Temperatuur instellen, rechts
Klimaatregeling 149
Overzicht bedieningseenheid THERMOTRO‐
NIC
De controlelampjes in de toetsen geven aan dat
de betreffende functie geactiveerd is.
1
w Temperatuur instellen, links
2
_ Luchtverdeling instellen, links
3
H Luchthoeveelheid instellen of klimaat‐
regeling uitschakelen