* AANWIJZING Beschadiging aan het
brandstofsysteem door overvulde brand‐
stoftank.
De brandstoftank slechts zo ver vullen
#
tot het vulpistool afslaat.
* AANWIJZING Eruit spuitende brandstof
bij het verwijderen van het vulpistool.
De brandstoftank slechts zo ver vullen
#
tot het vulpistool afslaat.
Voorwaarden
De auto ontgrendelen.
R
%
Tijdens het tanken niet weer in de auto stap‐
pen. Anders kunt u zich weer elektrostatisch
opladen.
De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐
stoffen in acht nemen (
pagina 473).
→
1
Tankdopklep
2
Houder voor tankdop
3
Bandenspanningstabel
4
QR-code voor reddingskaart
5
Standverwarming aanwijzing
6
Brandstofsoort
Op de tankdopklep
1
drukken.
#
Rijden en parkeren 181
De tankdop linksom draaien en verwijderen.
#
De tankdop in de houder
2
#
De vulpijp van het vulpistool volledig in de
#
tankvulbuis schuiven, laten rusten en tanken.
De brandstoftank slechts zo ver vullen tot het
#
vulpistool afslaat.
%
Auto's met dieselmotor: De opening van
de tankvulbuis is alleen geschikt voor de
tankpistolen van een dieselpomp.
%
Auto's met dieselmotor: Bij een volledig
leeggereden brandstoftank ten minste 5 l
diesel bijtanken.
%
Auto's met dieselmotor: Bij het bijtanken
met behulp van een jerrycan voor dieselau‐
to's een vulpijp met een grote diameter
gebruiken. Anders kan de vulpijp niet in de
tankvulbuis worden geschoven.
plaatsen.