VACON · 4
Hoofdstuk 9 – Beschrijving van controlewaarden
Hoofdstuk 10 – Parameterbeschrijvingen
Parameters gebruiken
•
Digitale en analoge ingangen programmeren
•
Applicatiespecifieke functies
•
Hoofdstuk 11 – Fouttracering
Fouten en bijbehorende oorzaken
•
Fouten resetten
•
Hoofdstuk 12 – Bijlage
Informatie over de verschillende standaardwaarden van de applicaties
•
Deze handleiding bevat een groot aantal tabellen met parameters. Hieronder wordt uitgelegd
hoe u deze tabellen moet interpreteren.
A
B
Index
Parameter
A. De locatie van de parameter in het
menu. Dit is ook het parameternummer.
B. De naam van de parameter.
C. De minimumwaarde van de parameter.
D. De maximumwaarde van de parameter.
E. De eenheid van de parameterwaarde. De
eenheid wordt getoond als deze
beschikbaar is.
C
D
E
Min
Max
Unit
F. De fabrieksinstelling.
G. Het ID-nummer van de parameter.
H. Een korte beschrijving van de waarden
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
F
G
H
Default
ID
Description
van de parameter en/of de functie.
VOORWOORD