VACON · 352
0 = Alle pompen
1 = Pomp (1)
2 = Pomp 2
3 = Pomp 3
4 = Pomp 4
5 = Pomp 5
6 = Pomp 6
7 = Pomp 7
8 = Pomp 8
Als de modus Multi-follower of Multi-master is geselecteerd, is alleen de volgende optie
beschikbaar:
1 = Pomp (1)
AANWIJZING!
In de modi Multi-master en Multi-follower kunt u alleen de waarde van Pomp (1)
draaitijd resetten (of op de gewenste waarde instellen). In de modi Multi-master en
Multi-follower toont de controlewaarde Pomp (1) draaitijd het aantal uren van de
pomp die is verbonden met de desbetreffende frequentieregelaar. Het ID-nummer
van de pomp heeft geen effect.
VOORBEELD
In het multipompsysteem (SingleDrive) wordt pomp nummer 4 vervangen door een nieuwe
pomp. De tellerwaarde van Pomp 4 draaitijd moet dan worden gereset.
1. Selecteer Pomp 4 met parameter P3.15.19.3.
2. Stel parameter P3.15.19.2 in op 0 u.
3. Activeer de knopparameter P3.15.19.1.
4. De parameter Pomp 4 draaitijd wordt gereset.
P3.15.19.4 ALARMLIMIET POMPDRAAITIJD (ID 1109)
Met deze parameter kunt u de alarmlimiet van de draaitijdteller van de pomp instellen.
Wanneer de waarde van de pompdraaitijdteller deze limiet overschrijdt, treedt er een
draaitijdtelleralarm op.
P3.15.19.5 FOUTLIMIET POMPDRAAITIJD (ID 1110)
Met deze parameter kunt u de foutlimiet van de draaitijdteller van de pomp instellen.
Wanneer de waarde van de pompdraaitijdteller deze limiet overschrijdt, treedt er een
draaitijdtellerfout op.
10
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN