VACON · 366
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
P3.21.5.2 TEMPERATUURSIGNAAL (ID 1705)
Met deze parameter kunt u de bron selecteren voor het temperatuursignaal dat wordt
gebruikt in de functie Vorstbescherming.
P3.21.5.3 TEMPERATUURSIGNAAL MINIMUM (ID 1706)
Met deze parameter kunt u de minimumwaarde van het temperatuursignaal instellen.
Bijvoorbeeld: een temperatuursignaalbereik van 4–20 mA komt overeen met een
temperatuur van -50–200 °C.
P3.21.5.4 TEMPERATUURSIGNAAL MAXIMUM (ID 1707)
Met deze parameter kunt u de maximumwaarde van het temperatuursignaal instellen.
Bijvoorbeeld: een temperatuursignaalbereik van 4–20 mA komt overeen met een
temperatuur van -50–200 °C.
P3.21.5.5 TEMPERATUURLIMIET VORSTBESCHERMING (ID 1708)
Met deze parameter kunt u de temperatuurlimiet instellen waarbij de frequentieregelaar
wordt gestart.
Als de temperatuur van de pomp lager wordt dan deze limiet en de frequentieregelaar zich in
de slaapstand bevindt, start de functie Vorstbescherming de frequentieregelaar.
P3.21.5.6 VORSTBESCHERMINGSFREQUENTIE (ID 1710)
Met deze parameter kunt u de frequentiereferentie van de frequentieregelaar instellen die
wordt gebruikt wanneer de functie Vorstbescherming wordt geactiveerd.
V3.21.5.7 VORSTTEMPERATUUR MONITOR (ID 1711)
Deze controlewaarde toont de waarde van het temperatuursignaal dat wordt gebruikt voor
de functie Vorstbescherming.
10.22
TELLERS
De VACON
frequentieregelaar bevat diverse tellers voor de bedrijfstijd en het
®
energieverbruik. Sommige tellers meten totalen en andere kunnen worden gereset.
De energietellers meten hoeveel energie is afgenomen van het elektriciteitsnet. De andere
tellers dienen bijvoorbeeld om de bedrijfstijd van de frequentieregelaar of de draaitijd van de
motor bij te houden.
Alle tellerstanden zijn te bekijken op een pc, het bedieningspaneel of via een
veldbussysteem. Bij gebruik van het bedieningspaneel of een pc zijn de tellerstanden te zien
in het menu Diagnose. Als u gebruikmaakt van de veldbus, kunt u de waarden uitlezen door
middel van identificatienummers. Die nummers vindt u in dit hoofdstuk.
10.22.1
TELLER BEDRIJFSUREN
Het is niet mogelijk om de teller voor de bedrijfsuren van de besturingsunit te resetten. De
teller bevindt zich in het submenu Totaaltellers. De teller bestaat uit vijf verschillende 16-
bits waarden. Voor het uitlezen van de teller via veldbus kunt u onderstaande
identificatienummers gebruiken.
10
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/