VACON · 300
AANWIJZING!
Als u lange motorkabels gebruikt (max. 100 m) in combinatie met kleine
frequentieregelaars (≤1,5 kW), kan de motorstroom die wordt gemeten bij de
frequentieregelaar, veel hoger zijn dan de werkelijke motorstroom. Dat is omdat er
capacitieve stromen optreden in de motorkabel.
P3.9.3.1 FOUT MOTOR GEBLOKKEERD (ID 709)
Met deze parameter kunt u instellen hoe de frequentieregelaar reageert op de fout 'Motor
geblokkeerd'.
Als de blokkeringsbescherming detecteert dat de as van de motor is geblokkeerd, treedt er
een motorblokkeerfout op.
P3.9.3.2 BLOKKEERSTROOM (ID 710)
Met deze parameter kunt u de grenswaarde instellen waarboven de motorstroom moet
blijven voordat er een blokkeertoestand optreedt.
Als de waarde van de parameter Motorstroomlimiet wordt gewijzigd, wordt deze parameter
automatisch ingesteld op 90% van de stroomlimiet.
U kunt de waarde van deze parameter instellen tussen 0,0 en 2*IL. De blokkeertoestand
treedt pas op als de stroom deze limiet heeft overschreden. Als u de parameter P3.1.3.1
Motorstroomlimiet wijzigt, wordt deze parameter automatisch berekend op 90% van de
stroomlimiet.
AANWIJZING!
De waarde van de blokkeerstroom moet lager zijn dan motorstroomlimiet.
Afb. 68: De instellingen voor blokkeringskenmerken
P3.9.3.3 BLOKKEERTIJDSLIMIET (ID 711)
Met deze parameter kunt u de maximale tijdsduur van de blokkeertoestand instellen.
Dit is de maximale tijd die een blokkeertoestand actief mag zijn voordat een
motorblokkeerfout optreedt.
10
Blokkeringsgebied
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN