VACON · 280
P3.5.2.1.4 AI1 KLANTSPEC. MIN. (ID 380)
Met deze parameter kunt u het bereik van het analoge ingangssignaal aanpassen tussen
-160% en 160%.
P3.5.2.1.5 AI1 KLANTSPEC. MAX. (ID 381)
Met deze parameter kunt u het bereik van het analoge ingangssignaal aanpassen tussen
-160% en 160%.
Zo kunt u het analoge ingangssignaal bijvoorbeeld gebruiken als frequentiereferentie door
de parameters P3.5.2.1.4 en P3.5.2.1.5 in te stellen tussen 40% en 80%. Onder deze
omstandigheden loopt de frequentiereferentie van de minimumfrequentiereferentie tot de
maximumfrequentiereferentie en kan het analoge ingangssignaal variëren van 8 tot 16 mA.
Afb. 59: AI1-signaal klantspec. min./max.
A. frequentiereferentie
B. Max.freq.referentie
C. Min.freq.referentie
P3.5.2.1.6 AI1 SIGNAALINVERSIE (ID 387)
Met deze parameter kunt u het analoge ingangssignaal inverteren.
Wanneer het analoge ingangssignaal is geïnverteerd, wordt de curve van het signaal
omgekeerd.
Het is mogelijk om het analoge ingangssignaal te gebruiken als frequentiereferentie. Door 0
of 1 te selecteren, verandert u de schaal van het analoge ingangssignaal.
10
A
[Hz]
B
C
0%
40%
0 mA
8 mA
E
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
80%
100%
16 mA
20 mA
F
D. Analoog ingangssignaal
E. AI klantspec. min.
F. AI klantspec. max.
D
[%]